Klas 2MH 20232024 Thema C

THEMA C  
KUNST
Klas 2HV
Ga alvast in de LessonUp.
Zie code onderin het scherm.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

THEMA C  
KUNST
Klas 2HV
Ga alvast in de LessonUp.
Zie code onderin het scherm.

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet hoe een thema in elkaar zit.
  • Je kunt een eigen definitie geven aan het begrip 'kunst'.
  • Je maakt de introductie van Thema C
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • Beginnen aan Thema C;
  • kijken hoe zo'n thema in elkaar zit;
  • in gesprek over het begrip kunst;
  • vooruitblikken op de komende lessen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan denk je bij het woord 'kunst'?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

paragraaf 1: Wat is kunst
Je krijgt met je groepje een envelop met 25 kaartjes.
Maak twee groepen van de plaatjes.
Links leg je de plaatjes waarvan jullie vinden dat het kunst is.
Rechts leg je de plaatjes waarvan jullie vinden dat het geen kunst is. 


timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke nummers vinden jullie kunst?

Slide 9 - Woordweb

Waarom vind je dit kunst?
Mening      =  wat je vindt.
Argument =  waarom je iets vindt.
                           signaalwoorden: want, omdat, immers, namelijk

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Woordweb

Thema C Paragraaf 2  Aantekeningen maken

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 2 Aantekeningen maken
We kijken de video-uitleg met theorie (blz 152)
We maken opdracht 1 t/m 6

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Opdracht
Scan tekst 1, 2 en 3 (blz 153 t/m 155). 
Van wie zijn de kunstwerken hiernaast? 
Geef antwoord in de volgende sleepvraag.

Slide 15 - Tekstslide

Rembrandt van Rijn
Maurizio Cattelan
Street Art Frankey
Sietske van Zanten

Zijn kunstwerken worden  vaak gestolen.
directuer Museum LAM in Lisse
Frank de Ruwe

Slide 16 - Sleepvraag

Opdracht 1 en 2 blz 152 en 153
Opdracht 1:
In tekst 1 (blz 153) zijn vijf woorden onderstreept.
Combineer de woorden met de juiste betekenis. 

Opdracht 2: 
Maak vraag 1 t/m 8



Slide 17 - Tekstslide

pseudoniem
relatief
beïnvloeden
interactie
domein

gebied/plek van iemand

iemand of iets proberen te veranderen

Nogal
verzonnen naam
relatie/communicatie

Slide 18 - Sleepvraag

Opdracht 3 t/m 6
Werk in tweetallen.
Maak vraag 1 t/m 7 van opdracht 3 (blz 153 en 154).

Maak daarna opdracht 4, 5 en 6 (blz 154 - 156)

Slide 19 - Tekstslide

Nog meer leuke artikele lezen over kunstwerken?

Slide 20 - Tekstslide

Kies een artikel
  • Vertel straks aan de klas wat je nog meer te weten bent gekomen over een kunstwerk.
  • Welke moeilijke woorden heb je gevonden?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Paragraaf 4: Meningen beoordelen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Opdracht 1
Lees de vragen bij opdracht 1 (blz 161)
Bekijk daarna het filmpje van RTV Rijnmond. Maak aantekeningen tijdens het kijken.
Beantwoord daarna de vragen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Opdracht 2 blz 161
Lees vraag 1 t/m 6 op blz 161. 
Bekijk daarna het fragment uit De Klas. 
Maak aantekeningen tijdens het kijken.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Opdracht 3 blz 1 (162maar dan anders) 
Doel: Oefenen met argumenten en luisteren naar elkaar.

Per rij krijg je een kunstwerk.
Werk in tweetallen. 
- Vinden jullie het kunstwerk wel of geen kunst?  
- Bedenk ten minste drie argumenten bij jullie mening. 
                Een argument legt een mening uit en begint met 'want' of 'omdat'.  
- Zorg ervoor dat de anderen je argumenten nog niet horen!
- Gebruik het artikel bij jouw kunstwerk voor meer informatie.

Slide 29 - Tekstslide

Dit kan je helpen bij het bedenken van goede argumenten:
Argumenten beginnen met 'want' of 'omdat' (of 'namelijk').

Argumenten zijn vaak:
voorbeelden (je eigen ervaring bijvoorbeeld)
feiten (iets met onderzoek, percentages, getallen)
oorzaken/gevolgen (wat is het gevolg van een stelling?)
emoties (welk gevoel roept iets op)
nut (waar is het goed voor?)
vergelijking (waar doen/vinden ze hetzelfde, bv in een ander land?)
autoriteit (wie heeft er verstand van en zegt het ook?)




Slide 30 - Tekstslide

Dit zijn de kunstwerken:
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Argumenten uitwisselen
Per rij vertellen we om de beurt eerst onze mening en daarna het argument daarbij. 
Luister goed naar elkaar, zodat je geen argumenten herhaalt.

Als je herhaalt ben je af. Hoe vaak kunnen we de hele rij door?
De rij met de meeste nieuwe argumenten heeft gewonnen.

De andere rijen luisteren goed en steken hun hand op als ze een argument niet duidelijk genoeg vinden. 
Degenen die aan de beurt zijn, onderbouwen het dan beter (= leggen beter uit wat ze bedoelen.)

Slide 32 - Tekstslide

paragraaf 5: Discussiëren

Slide 33 - Tekstslide

paragraaf 6: Recensies lezen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

opdrachten
Maak opdracht 1 t/m 4

Slide 36 - Tekstslide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 37 - Tekstslide