par 5 De koningen willen meer macht



Geschiedenis
Introductie
3.5 Koningen willen meer macht
.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
3.5 Koningen willen meer macht
.

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
  • Uitleg
  • Quiz
  • Vragen? 


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
  •  Je kunt uitleggen dat het lastig was om een middeleeuws koninkrijk te besturen. 
  • Je kunt uitleggen waarom koningen een centraal bestuur wilden
  • Je kunt beschrijven hoe koningen probeerden hun macht te vergroten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Verschillende gebieden eigen regels
500 overal koninkrijken
adel en kerk hielpen de koning
Het was niet makkelijk om het rijk te besturen door 2 redenen hiervoor:
  1. koningen moesten veel reizen om te controleren en de rechtspraak
  2. in elk gebied weer andere regels en wetten. 

Slide 5 - Tekstslide

centraal bestuur
Rond 1200 wilden koningen niet meer rondreizen en zonder hulp adel besturen.
Ze wilden ook overal in hun rijk dezelfde afspraken.
Daarom centraal bestuur
Welke veranderingen zagen we:
1. bestuur vanuit 1 plaats.
2. Overal dezelfde wetten en belastingen.
3. Macht van adel verkleinen
Hierdoor ontstonden staten --> gebied met grenzen en dezelfde wetten en regels. 

Slide 6 - Tekstslide

Koningen proberen macht te vergroten
Macht vergroten kon door belastinggeld:
  1. ambtenaren in dienst nemen. 
  2. huurleger voor de koning.
Deze mensen gehoorzaam aan koning want worden door hem betaald. 

Slide 7 - Tekstslide

Koningen willen een centraal bestuur. Hoe doen ze dit?

Slide 8 - Open vraag

Van wanneer tot wanneer loopt de Middeleeuwen?
A
0 - 1000 n.C.
B
500 - 1000 n.C.
C
500 -1500 n.C.
D
1000 - 1500 n.C.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiensten
B
Drieslagstelsel
C
Domein
D
Leenstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiensten
B
Horigen
C
Domein
D
Drieslagstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noemen we de mensen die mensen tot het Christendom gingen bekeren?
A
Heidenen
B
Monniken
C
Nonnen
D
Missionarissen

Slide 12 - Quizvraag

Freya en Thor zijn goden van
A
De christenen
B
De moslims
C
de Germanen

Slide 13 - Quizvraag

Wie sprak er recht op het domein?
A
Landheer
B
Domein heer
C
Horige
D
Ambtenaren van de Landheer

Slide 14 - Quizvraag

Monotheïsme is wanneer je gelooft in 1 god
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde van de standensamenleving?
A
(1)Geestelijken, (2)burgers, (3)adel
B
(1)Adel, (2)geestelijken, (3)burgers
C
(1)Geestelijken, (2)adel, (3)burgers
D
(1)Burgers, (2)adel, (3)geestelijken

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin over een gilde is juist?
A
Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
B
Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht.
C
Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.
D
Geen van de zinnen is juist.

Slide 17 - Quizvraag

Waar zorgde het gilde in de middeleeuwen NIET voor?
A
Elkaar steunen in slechte tijden
B
Opleiding
C
Rechtspraak
D
Eigen regels

Slide 18 - Quizvraag

Wie bepaalde of een stad stadsrechten kreeg?
A
De gildes van de stad
B
De plunderaars van de stad
C
De heer van de stad
D
De handelaren van de stad

Slide 19 - Quizvraag

Waarom woonden mensen in de
tijd van steden en staten zo graag in een stad?

A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.

Slide 20 - Quizvraag


 Een stad kon stadsrechten krijgen. 
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden
B
De stad mocht zelf belasting ophalen
C
De stad mocht stadsmuren bouwen
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen

Slide 21 - Quizvraag

In de Middeleeuwen waren er veel verschillende kleine landen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Centraal bestuur is:
A
Vanuit meerdere steden regeren
B
Vanuit 1 plek regeren met dezelfde wetten
C
Overal dezelfde wetten
D
Rondreizen door je gebied met verschillende wetten

Slide 23 - Quizvraag

Door de ambtenaren en huurlegers
A
Werd Bourgondië een centrale staat.
B
Kregen de steden stadsrechten.
C
Had de koning meer macht.
D
Verloor de adel macht.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het voordeel van een huurleger?
A
Een huurleger vecht veel harder
B
Een huurleger is trouw aan de koning
C
De koning kan zonder de adel in actie komen

Slide 25 - Quizvraag