Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord
Lesdoel:
Je kan uitleggen wat een persoonlijk voornaamwoord is.
Je kan een zin maken met werkwoorden, lidwoorden, voorzetsels, bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en zelfstandige naamwoorden.
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het persoonlijk voornaamwoord
Lesdoel:
Je kan uitleggen wat een persoonlijk voornaamwoord is.
Je kan een zin maken met werkwoorden, lidwoorden, voorzetsels, bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en zelfstandige naamwoorden.
Slide 1 - Tekstslide
Spoorboekje
Uitleg
Zelf aan de slag met lesopdracht
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Wat weten we al?
Lidwoord
: hoort bij een zelfstandig naamwoord.
een
: onbepaald lidwoord
de
,
het
: bepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
: kan je
de
of
het
voor zetten.
Het kan ook een eigennaam zijn.
de
bal
Amsterdam
Slide 3 - Tekstslide
Wat weten we al?
Werkwoord: woorden zoals:
huppelen
loopt
liep
gelopen
is
rennend
Slide 4 - Tekstslide
Wat weten we al?
Voorzetsel
: kan je voor
de feesten
of
de kasten
zetten
tijdens
de feesten,
na
de feesten,
op
de feesten
voor
de kasten,
naast
de kasten,
in
de kasten,
uit
de kasten,
tussen
de kasten
Slide 5 - Tekstslide
Wat weten we al?
Bijvoeglijk naamwoord
: zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord.
Hij is heel
vriendelijk.
De
vriendelijke
jongen.
De jongen is
vriendelijk.
Slide 6 - Tekstslide
Wat weten we al?
Bijwoord
: zegt iets over
-een werkwoord
-een bijvoeglijk naamwoord
-een bijwoord
Ook woordjes zoals
ook, niet, tegenwoordig, vroeger, hoe
Slide 7 - Tekstslide
Wat weten we al?
Bijwoord
:
De
(lw)
jongen
(znw)
is
(ww)
heel
(bw)
mooi
(bn).
De
(lw)
jongen
(znw)
rent
(ww)
hard
(bw).
De
(lw)
jongen
(znw)
rent
(ww)
heel
(bw)
hard
(bw).
De
(lw)
jongen
(znw)
rent
(ww)
helemaal
(bw)
niet
(bw)
hard
(bw).
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken.
Slide 9 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
staan altijd alleen, d.w.z. er staan geen zelfstandige naamwoorden bij.
Het meisje heeft een jurk gekocht.
Zij heeft een jurk gekocht.
Zij
heeft een jurk gekocht
Slide 10 - Tekstslide
"Het" is ook een persoonlijk vnw.
je kunt het vervangen door "dat".
Waar ligt mijn boek?
Het ligt op tafel.
Dat ligt op tafel.
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer een pers. vnw
een persoon noemt, kun je er vaak een naam voor in de plaats zetten.
Hij wil een tekening maken.
Jimmy wil een tekening maken.
Slide 12 - Tekstslide
Ik
Jij/Je
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij/Ze
Mij/Me
Jou/Je
Hem/Haar/Het
Ons
Jullie
Hen/Hun
Slide 13 - Tekstslide
Aan het internet kan HET
niet liggen.
"HET" is hier
A
lidwoord
B
pers. voornaamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor een woordsoort is het woord "doel" in de onderstaande zin?
"Voor de meeste topsporters is het halen van een gouden medaille op de Olympische Spelen het belangrijkste doel."
A
Znw (zelfstandig naamwoord)
B
Bnw (bijvoeglijk naamwoord)
C
pers. vnw (persoonlijk voornaamwoord)
D
vz (voorzetsel)
Slide 15 - Quizvraag
Opdracht
Iedereen schrijft
5 Lidwoorden
5 Bijvoeglijke naamwoorden
5 Bijwoorden
5 Werkwoorden (mag in elke vorm of tijd zijn: bijv.: loopt, liep, liepen, gelopen etc.)
5 Voorzetsels
5 Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht
Bewaar de woorden in stapeltjes en laat ze door mij controleren. Je mag je boek gebruiken om de woorden te checken. (15 minuten)
Maak vervolgens samen met je medeleerlingen zoveel mogelijk zo lang mogelijke zinnen.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Slide 18 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
H4/H5: herhalen pers, bez, aanw en vr vnw| oefenstencil | uitleg bw
Maart 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Week 25 les 3: H4/H5: herhalen pers, bez, aanw en vr vnw| oefenstencil | uitleg bw
Juni 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
H3 Grammatica 15: lw, vz, bnw, bw, znw, hww, zww
4 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten TOPweek
Augustus 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4/H5: herhalen pers, bez, aanw en vr vnw| uitleg bw
Januari 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
2htvtb: week 20 les 2 herhaling Spelling §8 plus cursus 5 woordsoorten §2 (zelf oefenen)
Mei 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 11: voornaamwoorden-voorzetsels-bijwoorden
September 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica Woordsoorten H1: Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Februari 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2