In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat is klassiek conditioneren
A
leren door straf
B
leren door beloning
C
leren door associatie
D
Leren door te doen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is operante conditionering?
A
Verband leggen tusssen eigen gedrag en de gevolgen
B
Verbanden leggen door fouten te maken
C
Leren door beloning
D
Leren door straf
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm van conditioneren hoort bij: Een hond krijgt de oefening zit, de hond gaat zitten en de baas roept: 'Braaf'
Slide 4 - Open vraag
Welke vorm van conditioneren hoort bij: Een hond durft op woensdag niet langs de grijze container. Als de container weggehaald is, is er niets aan de hand.
Slide 5 - Open vraag
Welke vorm van conditioneren hoort bij: Een hond krijgt de oefening zit, de hond gaat niet zitten en de baas geeft de hond een tik(je)
Slide 6 - Open vraag
Welke vorm van conditioneren hoort bij: Een hond luistert n een parcours niet naar de baas en doet wat hij zelf wil. De baas is het zat en geeft de hond een 'time out'
Slide 7 - Open vraag
Wat is het verschil tussen klassieke conditionering en operante conditionering?
Slide 8 - Tekstslide
Wat verstaan we onder het begrip generaliseren?
Slide 9 - Open vraag
‘Patricia van 14 jaar heeft gister paard gereden, maar is er keihard afgevallen. Gelukkig niets gebroken, maar ze gaat nu niet meer in het zadel, want ze is bang.’ Als je bij Patricia flooding zou inzetten, wat doen je dan?
Slide 10 - Tekstslide
Als je bij de vorige casus systematische desensitisatie zou inzetten, dan doe je?