Modalverben

Modalverben
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Modalverben

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Feesttenten
De uitgangen van de zwakke werkwoorden kan je onthouden door feesttenten. Je moet alleen de eerste twee letters (fe) eraf halen.
EV
ich -e
du -st
er/sie/es -t
MV
wir -en
ihr-t
Sie/sie -en


Slide 4 - Tekstslide

Verschil???

Slide 5 - Tekstslide

Wat denk jij: Wat is het verschil in betekenis tussen 'müssen' en 'sollen'?

Slide 6 - Open vraag

Ich (können, tt) ……………. dir helfen.

Slide 7 - Open vraag

Wir (wollen, tt) ……… dich nicht stören.

Slide 8 - Open vraag

Du (dürfen, tt) ……… heute früher nach Hause gehen.

Slide 9 - Open vraag

Er (müssen, tt) …….. zeitig aufstehen.

Slide 10 - Open vraag

Ihr (können, tt) …… es nicht sehen.

Slide 11 - Open vraag

Er (wollen, tt) ……. nachher einkaufen gehen.

Slide 12 - Open vraag

Ich (dürfen, tt) ……. es euch nicht sagen.

Slide 13 - Open vraag

Du (sollen, tt) …….. den Abwasch machen.

Slide 14 - Open vraag

Ihr (sollen, tt) ……... eure Hausaufgaben machen.

Slide 15 - Open vraag