3h-Schritt 22-27-9-bearb

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

- max. 20 Minuten uitleg, dan zelfstandig werken (met klasgenoot)

- grammatica mit Quizizz = zo houden

- we blijven van elkaar's spullen af

- we lachen elkaar niet uit

- nieuwe plattegrond

Lernziele

Gespräche führen: 

• Ich kann einen Termin abmachen

Vokabeln und Grammatik

Redemittel-Tandem

Jullie werken zelfstandig en verbeteren elkaar.

De een krijgt de kolom 'A', de andere krijgt de kolom 'B'. Persoon B begint en vertaalt de Nederlandse zin in zijn kolom naar

het Duits.

Persoon A controleert het antwoord.

Daarna is de beurt aan persoon A om een Nederlandse zin te vertalen en zo voort.

Als de oefening klaar is, gaan jullie van rol wisselen.

Und jetzt selbständig:

1)  Schritt 21: Stempelaufgabe machen = Seite 36. 

Drei Punkte oder mehr = vorlesen bei Nora und Stempel abholen

2) Schritt 22:

= Aufgabe 3 A + 4 machen, Seite 38/39

Wir besprechen um 10.50.

Stempeln, bitte! 

was	Seite 36 Aufgabe A oder B
wie	zu zweit
Hilfsmittel	--
Zeit	bis zum Ende der Stunde
Ziel	Lernziel abschließen
Fertig?	gesprek voeren bij de docent

Hausaufgbe war: Redemittel üben

In der Schule

was	Seite 31/32 Aufgabe 1 A+B
wie	A zusammen; B zu zweit
Hilfsmittel	Text Seite 37

In der Schule

was	Seite 41 Aufgabe 6
wie
Hilfsmittel

Schritt 21: Gespräche führen = Termin vereinbaren

Aufgabe 1, 3=Redemittel + Tandem = lesen plus Dialog spielen

Aufgabe 5

+ lesen/sprechen = 8

Seite 36 Stempeln??

"werden" in de tegenwoordige tijd

was	Seite 38 Aufgabe 3A
wie	alleine
Hilfsmittel	Seite 131
Zeit	5 min
Ziel	Ich wiederhole "werden"
Fertig?	Formen von "werden" lernen

1. werden; werden

2. wirst; werde

3. werdet; werden

4. wird; wird

5. wirst; werde

6. wird; werden

Vokabeln

was	Seite 39 Aufgabe 4
wie	alleine / zu zweit
Hilfsmittel	Vokabeln
Zeit	7 Minuten
Ziel	Kreuzworträtsel lösen
Fertig?	Vokabeln lernen

Redemittel-Tandem

Jullie werken zelfstandig en verbeteren elkaar.

De een krijgt de kolom 'A', de andere krijgt de kolom 'B'. Persoon B begint en vertaalt de Nederlandse zin in zijn kolom naar

het Duits.

Persoon A controleert het antwoord.

Daarna is de beurt aan persoon A om een Nederlandse zin te vertalen en zo voort.

Als de oefening klaar is, gaan jullie van rol wisselen.

Stempeln, bitte! 

was	Seite 36 Aufgabe A oder B
wie	zu zweit
Hilfsmittel	--
Zeit	bis zum Ende der Stunde
Ziel	Lernziel abschließen
Fertig?	gesprek voeren bij de docent

quizlet.com

Hausaufgabe:

Leren:

- Vokabeln Schritt 18+20 (Seite 49)=> alles leren (NL-D; D-NL)

- Redemittel Schritt 19 + 21 (Seite 50) => alleen de vragen leren (NL-D; D-NL)

- Grammatik: haben + sein + werden in tegenwoordige + verleden tijd, let op: zonder "würde"!! => Seite 151

quizlet.com

Nächste Stunde = Teil2: Grammatik! und Aufgabe 6 (und 8?)