Modaliteiten

Les 26: vlogs & blogs
Modaliteiten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 26: vlogs & blogs
Modaliteiten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Je kent de verschillende soorten van modaliteiten.
  • Je kan aan de hand van een voorbeeld de juiste modaliteit identificeren.
  • Je kan zelf voorbeelden bedenken van elke soort modaliteit.
  • Je kent de verschillende middelen waarmee modaliteit uitgedrukt kan worden. 
  • Je kan het middel waarmee de modaliteit tot stand komt herkennen en benoemen.
  • Je kan het middel waarmee de modaliteit tot stand komt indelen in de juiste woordsoort.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een modaliteit?
Een modaliteit is een houding die je als spreker aanneemt ten opzichte van datgene dat je zegt.

Modaliteit = subjectief! 

Slide 3 - Tekstslide

3 soorten modaliteiten

1. Werkelijkheidsmodaliteit
  • zekerheid
  • onzekerheid
  • niet-werkelijkheid

2. Wensmodaliteit
  • hoop/verlangen
  • bevel, toestemming, gebod, verbod
3. Gevoelsmodaliteit 
  • spijt, medelijden, tevredenheid

Slide 4 - Tekstslide

onzekerheid
spijt
mogelijkheid
zekerheid
teleurstelling
hoop

Slide 5 - Sleepvraag

Ik hoop dat jullie dit begrijpen!
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 6 - Quizvraag

Ik hoop dat jullie dit begrijpen! --> Welk woord drukt de modaliteit uit?

Slide 7 - Open vraag

Dan zul je van deze vijf films sowieso genieten.
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 8 - Quizvraag

Dan zul je van deze vijf films sowieso genieten.--> Welk woord drukt de modaliteit uit?

Slide 9 - Open vraag

Op mijn blog vind je gelukkig een archief bestaande uit meer dan duizend blogposts.
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 10 - Quizvraag

Op mijn blog vind je gelukkig een archief bestaande uit meer dan duizend blogposts.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: het zero waste project
  1. We lezen klassikaal de blog.
  2. Vervolgens los je per twee de bijbehorende vragen van vraag 4 op op pagina 323 en 324.
  3. Als je klaar bent, overloop je met een andere klasgenoot jullie antwoorden. 
  4. Snel klaar? Duid in oefening e het middel aan waarmee de modaliteit wordt uitgedrukt en/of zet de zin om naar een andere modaliteit.

Slide 13 - Tekstslide

Groepjes
Oefening 4
  • Warre en Jochem VD
  • Daniël en Baris
  • Jochem B en Dorus  
overlopen antwoorden
  • Warre en Jochem B
  • Daniël en Jochem VD
  • Baris en Dorus

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Overzicht
zekerheid
onzekerheid
niet-werkelijkheid
wens
gevoel
WW
blijken
kunnen
betwijfelen
schijnen
lijken
weten + niet
was/waren
had(den)
willen
hopen
had(den)

betreuren
bijwoord
absoluut
sowieso
ongetwijfeld
zeker
effectief
misschien
waarschijnlijk
wellicht /allicht
schijnbaar
mogelijks
hopelijk
spijtig
gelukkig
helaas
jammer 
overig
vraagteken
bevel
verbod
uitroep
och ja
pff
wéér 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht sociale media
De berichten die jullie versturen zitten ongetwijfeld vol modaliteiten. Zoek in jouw berichten voor elke soort modaliteit een voorbeeld. Je moet dus minstens 3 voorbeelden vinden. 

Bespreek de voorbeelden vervolgens met jouw buur. Schrijf de zinnen op op een blad papier, benoem de modaliteit en duid het middel aan waarmee de modaliteit wordt uitgedrukt. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht sociale media
Kies 1 zin uit de vorige oefening.

Die zinnen lees je voor aan de klas. 
Vervolgens raadt de klas over welke modaliteit het gaat en door welk middel de modaliteit wordt uitgedrukt. 

Slide 18 - Tekstslide

     Wedstrijd vlog Acid  
Schrijf zoveel mogelijk zinnen op waarin een modaliteit voorkomt en benoem de modaliteit en het middel.

Jullie worden opgedeeld in twee groepen. We spelen een wedstrijd tegen elkaar. Na het bekijken van het fragment (6minuten), zegt een groep om de beurt een zin met een modaliteit. De groep die geen zin meer kan opnoemen, valt af waardoor de andere groep wint! 


Slide 19 - Tekstslide

Groepjes
Groep 1: Jochem B, Warre, Baris

Groep 2: Daniël, Dorus, Jochem VD

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Oplossing vlog
We vonden het super jammer. (gevoelsmodaliteit)
Ik vond dat kut. (gevoelsmodaliteit)
Er is écht iets gebeurd. (werkelijkheidsmodaliteit / zekerheid)
Dan ga ik wéér aangeklaagd worden. (gevoelsmodaliteit / frustratie)
Ik wil niet naar de gevangenis. (wensmodaliteit/ + negatie)
Waarschijnlijk is het om een foto te vragen. (werkelijkheidsmodaliteit/ onzekerheid)
Ze komen effectief naar onze tafel. (werkelijkheidsmodaliteit / zekerheid)
Dat had ik beter niet gedaan. (wensmodaliteit)
Ik had neen moeten zeggen (werkelijkheidsmodaliteit / niet-werkelijkheid)
Ik had moeten blijven door editen. (werkelijkheidsmodaliteit/ niet-werkelijkheid

Slide 23 - Tekstslide

Oplossing vlog (2)
Ik geloof nog steeds niet dat dit gebeurd is. (gevoelsmodaliteit /verontwaardiging)
Het is onmogelijk. (werkelijkheidsmodaliteit/ zekerheid)
Ik hoop dat dit duidelijk is. (wensmodaliteit)
Die wouden (AN: wilden) dat ik daar zat. (wensmodaliteit)
Het is een vreselijk gevoel. (gevoelsmodaliteit)
Er waren genoeg mensen die wel wouden (AN: wilden) dat ik daar was. (wensmodaliteit)
Willen jullie dit  (werkelijkheidsmodaliteit/ onzekerheid)
Omdat hij dronken was ofzo. (werkelijkheidsmodaliteit/ onzekerheid)
Ik wou niet doemdenken. (wensmodaliteit)

Slide 24 - Tekstslide