Modaliteiten - korte versie

Les 26: vlogs & blogs
Modaliteiten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 26: vlogs & blogs
Modaliteiten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een modaliteit?
Een modaliteit is een houding die je als spreker aanneemt ten opzichte van datgene dat je zegt.

Modaliteit = subjectief! 

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten modaliteiten

1. Werkelijkheidsmodaliteit
  • zekerheid
  • onzekerheid
  • niet-werkelijkheid

2. Wensmodaliteit
  • hoop/verlangen
  • bevel, toestemming, gebod, verbod
3. Gevoelsmodaliteit 
  • spijt, medelijden, tevredenheid

Slide 3 - Tekstslide

onzekerheid
spijt
mogelijkheid
zekerheid
teleurstelling
hoop

Slide 4 - Sleepvraag

Ik hoop dat jullie dit begrijpen!
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 5 - Quizvraag

Ik hoop dat jullie dit begrijpen! --> Welk woord drukt de modaliteit uit?

Slide 6 - Open vraag

Dan zul je van deze vijf films sowieso genieten.
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 7 - Quizvraag

Dan zul je van deze vijf films sowieso genieten.--> Welk woord drukt de modaliteit uit?

Slide 8 - Open vraag

Op mijn blog vind je gelukkig een archief bestaande uit meer dan duizend blogposts.
A
Wensmodaliteit
B
Gevoelsmodaliteit
C
Werkelijkheidsmodaliteit

Slide 9 - Quizvraag

Op mijn blog vind je gelukkig een archief bestaande uit meer dan duizend blogposts.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: het zero waste project
  1. We lezen klassikaal de blog.
  2. Vervolgens los je per twee de bijbehorende vragen van vraag 4 op op pagina 323 en 324. 
  3. Snel klaar? Duid in oefening e het middel aan waarmee de modaliteit wordt uitgedrukt en/of zet de zin om naar een andere modaliteit.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Overzicht
zekerheid
onzekerheid
niet-werkelijkheid
wens
gevoel
WW
blijken
kunnen
betwijfelen
schijnen
lijken
weten + niet
was/waren
had(den)
willen
hopen
had(den)

betreuren
bijwoord
absoluut
sowieso
ongetwijfeld
zeker
effectief
misschien
waarschijnlijk
wellicht /allicht
schijnbaar
mogelijks
hopelijk
spijtig
gelukkig
helaas
jammer 
overig
vraagteken
bevel
verbod
uitroep
och ja
pff
wéér 

Slide 14 - Tekstslide