4m T13BS 7

Welkom
Pak je boek en laptop en log alvast in op lesson up!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek en laptop en log alvast in op lesson up!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblikken afweersysteem
Orgaantransplantatie en bloedtransfusie
Bloedgroepen

Slide 2 - Tekstslide

Welk bloedvat is zuurstofarm?
zuurstofarme bloedvaten
Aorta
Longader
Longslagader
Holle ader
Poortader
Nierslagader

Slide 3 - Sleepvraag

In de onderstaande afbeelding  zijn schematisch de lever en een deel van de dunne darm van de mens met aan- en afvoerende bloedvaten getekend. De bloedvaten staan aangegeven met cijfers. De namen van de bloedvaten staan aan de rechterkant.
Sleep nu de namen van de bloedvaten naar het juiste cijfer.
1
2
3
4
leverslagader
darmslagader
poortader
leverader

Slide 4 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 5 - Sleepvraag

Lymfevatenstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Welk onderdeel van het bloed kan omdat ze geen vaste vorm hebben uit een bloedvat treden?

Slide 7 - Open vraag

In bloedvaten
Tussen de cellen
In de lymfevaten
Bloedplasma
Lymfevloeistof
Weefselvloeistof

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoel: Hoe bescherm je jezelf tegen lichaamsvreemde stoffen?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe beschermt je lichaam jou tegen lichaamsvreemde stoffen of ziekteverwekkers?

Slide 10 - Woordweb

Er waren twee dingen die witte bloedcellen konden doen. Welke twee?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat zal er de twee keer dat deze specifieke ziekteverwekker binnendringt gebeuren?
A
De witte bloedcellen eten de ziekte-verwekker sneller op
B
De ziekteverwekker kan het lichaam niet meer binnenkomen
C
Er gebeurt hetzelfde als bij de eerste infectie
D
De witte bloedcel gaat sneller antistoffen maken

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

  • Actief 
  • Passief

Slide 16 - Tekstslide

Om te voorkomen dat je Tetanus kunt krijgen, kan je worden ingeënt. Hierbij wordt er een kleine hoeveelheid antigenen van de C. tetani bacterie ingespoten. Je bent dan voor ongeveer 20 jaar immuun tegen een besmetting van Tetanus.
Welke vorm van immunisatie is dit?
A
Natuurlijke actieve immunisatie
B
Kunstmatige actieve immunisatie
C
Natuurlijke passieve immunisatie
D
Kunstmatige passieve immunisatie

Slide 17 - Quizvraag

Iemand die allergisch is voor bijensteken, kan bij een steek een dosis adrenaline krijgen. Daarnaast kan ook gekozen worden voor een antigif (serum), waardoor het gif wordt uitgeschakeld .
Welke vorm van immunisatie is dit?
A
Natuurlijke actieve immunisatie
B
Kunstmatige actieve immunisatie
C
Natuurlijke passieve immunisatie
D
Kunstmatige passieve immunisatie

Slide 18 - Quizvraag

In borstvoeding komen bepaalde antistoffen voor. Door de borstvoeding te drinken, krijgt het kind antistoffen binnen. Voor veel vrouwen is dit een argument om borstvoeding te geven.
Welke vorm van immunisatie is dit?
A
Natuurlijke actieve immunisatie
B
Kunstmatige actieve immunisatie
C
Natuurlijke passieve immunisatie
D
Kunstmatige passieve immunisatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Auto-immuunziekte 

Slide 21 - Tekstslide

Bloedgroepen
Doel: je kunt beschrijven hoe bloedtransfusies en transplantaties voor veilig kunnen verlopen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Examenvraag
Pim heeft bloedgroep AB
Maak Pim antistoffen tegen bloedcellen?
A
Ja, Anti-A
B
Ja, Anti-B
C
Ja, Anti-A en Anti-B
D
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Klontert
Zonder gevaar mogelijk
Bloedgroep A ontvangt van bloedgroep AB
Bloedgroep B ontvangt van bloedgroep 0
Bloedgroep AB ontvangt van bloedgroep A
Bloedgroep 0 ontvangtvan bloedgroep AB

Slide 25 - Sleepvraag

Resusfactor

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 1, 2, 4, 5, 6 van T13 BS6
Maak opdracht 1, 2, 3, 5, 7 van T13 BS7
Tip: kijk goed naar de blauwe woorden in de tekst

Tijd? Tot 11:10
Klaar? kijk ze na met een nakijkboekje

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Marja heeft een ongeluk gehad en heeft een bloedtransfusie nodig. Ze heeft bloedgroep A+.
Roy heeft bloedgroep O+.
Kan hij zijn bloed afstaan om Marja te helpen? Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Open vraag

Thuis
Afmaken opdrachten basisstof 6 en 7
Leren over bloedvaten.

Slide 31 - Tekstslide