proeftoets wo 2 h.5
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de naam van de Nederlandse politieke partij in de jaren 30 die geloofde in de ideeën van Hitler?
Slide 2 - Open vraag
Met welke gebeurtenis in 1939 begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Bombardement van Rotterdam
B
inval Tsjechoslowakije
C
inval Oostenrijk
D
inval Polen
Slide 3 - Quizvraag
Na het bombardement op Rotterdam besloot Nederland zich over te geven. Wat is een ander woord voor overgeven?
Slide 4 - Open vraag
De aanval op de Sovjetunie staat bekend onder de naam operatie:
A
Slag om Stalingrad
B
Blitzkrieg
C
Barbarossa
D
D-day
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de Holocaust?
A
De achterstelling van Joden door het instellen van de Rassenwetten
B
De rassenleer van HItler
C
Meer leefruimte voor de Duitsers
D
De massamoord op ruim zes miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog
Slide 6 - Quizvraag
Noem 2 bondgenoten(landen) van Hitler
Slide 7 - Open vraag
Churchill hoorde bij?
A
de VS
B
Sovjetunie
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 8 - Quizvraag
Koningin Wilhelmina en de regering vluchtten in de oorlog naar?
Slide 9 - Open vraag
Welke gebeurtenis was een groot protest tegen de jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
de Amsterdamse razzia
B
Market Garden
C
Spoorwegstaking
D
Februaristaking
Slide 10 - Quizvraag
Welke winter was de Hongerwinter?
A
1942 - 1943
B
1943 – 1944
C
1944 – 1945
D
1945 - 1946
Slide 11 - Quizvraag
Wie viel de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor aan in 1941?
A
Italie
B
Duitsland
C
Japan
D
China
Slide 12 - Quizvraag
Waar kwamen de Geallieerden tijdens D-day aan land?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Duitsland
D
Italie
Slide 13 - Quizvraag
De tactiek die Hitler gebruikte bij de inval van verschillende landen. Gebaseerd op snelheid en verrassing. Deze manier van oorlog voeren heet?
Slide 14 - Open vraag
Met "Germanen" bedoelde Hitler
A
Iedereen die in Duitsland woont
B
Untermenschen
C
Ubermenschen
D
alle Europeanen
Slide 15 - Quizvraag
Het afvoeren van mensen naar de concentratie/vernietigingskampen noemen we?
A
tewerkstelling
B
mobilisatie
C
deportatie
D
antisemitisme
Slide 16 - Quizvraag
Het distributiesysteem(bonnen) werd ingevoerd vanwege?
A
schaarste
B
zwarthandel
C
spoorwegstaking
D
collaboratie
Slide 17 - Quizvraag
Waarom was de slag om Stalingrad een keerpunt?
A
Duitsland kon eindelijk verder Rusland in
B
Duitsland werd voor het eerst echt verslagen
C
Stalin ging meevechten in de oorlog
D
Amerika ging Rusland helpen, waardoor Duitsland hier verloor
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebeurde er met Nederland na de Slag om Arnhem?
A
Zuid-Nederland was bevrijd.
Noord en west-NL was bezet.
B
Zuid-Nederland was bezet.
Noord en west-NL was bevrijd.
C
Heel Nederland was bevrijd. Overal waren nog wel Duitse soldaten die bleven vechten.
D
Heel Nederland was bevrijd en er was vrede
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de naam van het Nederlandse doorvoerkamp waar vandaan duizenden mensen werden gedeporteerd naar de kampen in Oost-Europa?
Slide 20 - Open vraag
Op welke dag herdenken we ieder jaar
de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
31 december
B
10 mei
C
5 mei
D
4 mei
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor of omschrijving van antisemitisme?
Slide 22 - Open vraag
In welk jaar speelde zich dit af
Slide 23 - Open vraag
In welk jaar gebeurde dit
Slide 24 - Open vraag
Welk begrip hoort hier bij
A
democratie
B
rassenleer
C
verzet
D
dictatuur
