Spelling: meervouds-n bij verwijzingen

pvtt/ pvvt en meervouds- n bij verwijzingen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

pvtt/ pvvt en meervouds- n bij verwijzingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
 Je weet wanneer je de meervoud-n bij verwijzingen gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Meervouds-n bij verwijzingen
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen
ZONDER -n als:
- er een ZN achter staat (alle oproerkraaiers)
- persoon waarnaar wordt verwezen staat in dezelfde zin
- verwijst niet naar personen ( zelfstandig gebruikt)

Slide 3 - Tekstslide

Meervouds-n bij verwijzingen
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen
MET-n als:
- zelfstandig gebruikt + verwijst naar personen

Slide 4 - Tekstslide

Je moet beide/ beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle/ allen met een hoofdletter beginnen.
A
alle
B
allen

Slide 6 - Quizvraag

Ik vind van planten leuk dat sommige/ sommigen met de zon meedraaien.
A
sommige
B
sommigen

Slide 7 - Quizvraag

Enkele/ enkelen hebben vragen gesteld.
A
enkele
B
enkelen

Slide 8 - Quizvraag

Op dat feest zeg ik veel bekenden van de basisschool, maar de meeste / meesten herkenden me niet.
A
meeste
B
meesten

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
 Je weet wanneer je de meervoud-n bij verwijzingen gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide