H6.3 - Klimaat en kustbescherming

H6.3  Klimaat en kustbescherming
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H6.3  Klimaat en kustbescherming

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je..



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland. 

1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder

Slide 4 - Tekstslide

Oude verdedigingswerken: 

- 1953: Watersnoodramp in 
Zuidwest-Nederland (noord-
westerstorm, opstuwing in zee-
gaten) =  Deltawerken

- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee. 

Slide 5 - Tekstslide

Steeds verder onder de zeespiegel 
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) : 
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.  
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 

Relatieve zeespiegelstijging
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt het dat de bodem daalt?

2. In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

1. Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

3.Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 7 - Tekstslide

 Relatieve zeespiegelstijging

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 12 - Tekstslide

De zee breekt af
  • De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af. 
  • Dit is een afbraak- of klifkust. 
  • Het bestaat uit zacht gesteente. 
  • Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken. 

Slide 13 - Tekstslide

Notitie!!
Bodemdaling door:
 Wegpompen grondwater.
 Dikke laag ijs uit ijstijd smelt, Scandinavië komt omhoog.
 Winning delfstoffen.

Absolute zeespiegelstijging= echte zeespiegelstijging.
Relatieve zeespiegelstijging = echte zeespiegelstijging+ daling van de bodem.

Zee bouwt op: kustduinen en strandwallen.
Zee breekt af: afbraak of klifkust.

Slide 14 - Tekstslide

11. In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 16 - Quizvraag

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Nu weet je...



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 21 - Tekstslide

Maken
Paragraaf 6.3: vragen 2 t/m 7


Slide 22 - Tekstslide