In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Straling gebruiken
.
Slide 1 - Tekstslide
Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.
Slide 2 - Tekstslide
Atoombouw: Welke deeltjes zitten er in de kern?
A
protonen en elektronen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen
Slide 3 - Quizvraag
Atoombouw: Hoe heten de positief geladen deeltjes?
A
protonen
B
elektronen
C
neutronen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het atoomnummer?
A
Aantal elektronen
B
Aantal protonen
C
Aantal neutronen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het atoomnummer van Calcium
A
19
B
20
C
39
D
40
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het massagetal van dit stikstofatoom?
A
0
B
7
C
14
D
21
Slide 7 - Quizvraag
Massagetal =
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal protonen - aantal elektronen
D
aantal protonen + aantal neutronen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom,
andere massa
B
ander atoom,
zelfde massa
C
zelfde atoom,
ander atoomnummer
D
ander atoom,
zelfde atoomnummer
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de halveringstijd van deze stof?
Slide 10 - Open vraag
De halveringstijd van jood-131 is 8 dagen. Na hoeveel tijd is er nog 6,25 % over?
Slide 11 - Open vraag
De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%
Slide 12 - Quizvraag
2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is. Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen
Slide 13 - Quizvraag
huiswerk bespreken
Slide 14 - Tekstslide
Ioniserende straling
In de vorige lessen hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken.
Slide 15 - Tekstslide
Doordringend vermogen
Alfastraling: klein doordringend vermogen.
Bètastraling: groter doordringend vermogen
Gammastraling: groot doordringend vermogen.
Ander woord voor doordringend vermogen is dracht.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Welke straling wordt tegengehouden door een stukje papier?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
ultra violette
Slide 18 - Quizvraag
Welke straling zorgt ervoor dat je verbrand?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
ultra violette
Slide 19 - Quizvraag
Tracer
Een radioactieve stof die gammastraling uitzendt wordt in lichaam gespoten
Aan de buitenkant van lichaam is te meten waar de stof naartoe gaat
Je kunt het spoor van de stof in lichaam volgen = TRACER
Als de tracer op de juiste plaats is wordt een foto of filmpje gemaakt
Slide 20 - Tekstslide
Tracer
Straling van radioactieve stoffen wordt in ziekenhuis gebruikt om diagnoses te stellen.
Hoe groot is de schildklier? Hoeveel spierweefsel van het hart is door hartaanval aangetast?
Slide 21 - Tekstslide
Bestraling
Uitwendige bestraling:
Ioniserende straling wordt van buiten het
lichaam op de tumor gestraald.
Inwendige bestraling:
Radioactieve stof wordt binnengebracht,
in het lichaam gaat deze de tumor
bestralen.
Slide 22 - Tekstslide
Bestraling
Uitwendige bestraling -->
gammastraling
Inwendige bestraling --> alfastraling
Slide 23 - Tekstslide
Bestraling en besmetting
Bestraling
Je bent blootgesteld aan straling, maar de bron is ergens anders.