Woordenschat les 3: Latijnse voor- en achtervoegsels les 1 en 2

Woordenschat les 3: Latijnse voor- en achtervoegsels les 1 en 2
Welkom 2vwo. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, laptop en leesboek.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. De laptop gaat daarna dicht.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat les 3: Latijnse voor- en achtervoegsels les 1 en 2
Welkom 2vwo. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, laptop en leesboek.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam. De laptop gaat daarna dicht.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan de betekenis van een moeilijk woord raden met hulp van woorden met een voor- en achtervoegsel uit het Latijn.
We bereiken dit doel door:
  • Lezen
  • Check huiswerk H1 en H2
  • MO?
  • Korte uitleg: Woorden uit het Latijn
  • Huiswerk: Leren Woordenlijsten + mk. opdr

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken huiswerk H1 opdr. 4
4a: Omdat er veel verschillende natuurverschijnselen zijn die de Grieken niet begrepen. Voor elk van die verschijnselen bedachten ze een god.
4b: 
  • Zeus: Natuurverschijnselen: donder en bliksem   Overig: heerser hemel en aarde
  • Poseidon: Fauna: paarden   Natuurverschijnselen: aardbevingen  Overig: heerser over de zee
  • Aphrodite: Overig: vruchtbaarheid, beschermer flora en fauna
  • Dionysos: Flora: druiven  Overig: wijn
  • Demeter: Flora: landbouw, oogst, graan

Slide 4 - Tekstslide

H1 opdr. 5
5a: De wisseling van de seizoenen.
5b: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Omdat mensen allerlei natuurverschijnselen niet begrepen en er toch grip op wilden krijgen.
5c: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Zeus tegen Hades: ‘Beste broer, ik spreek je aan op je schaamteloze gedrag. Jij bent over de schreef gegaan door Persephone naar jouw rijk te sleuren. Het is verbluffend te zien hoe verliefd jij nu al op haar bent. Daarom stel ik een compromis voor.’
Zeus tegen Demeter: ‘Zuster, ik begrijp dat je oprecht dieptreurig bent. Maar ik moet je aanspreken op je gedrag. Je verzaakt je plichten als godin van de vruchtbaarheid. Het gaat slecht met de flora en fauna. Je moet het tij keren. Ik stel een compromis voor.’

Slide 5 - Tekstslide

H1 Opdracht 6
6a: Ontpoppen betekent letterlijk: rupsen die uit hun cocon (pop) komen en dan in een vlinder zijn veranderd. In de figuurlijke betekenis betekent het ook: na enige tijd tevoorschijn komen – vaak anders blijken te zijn.
6b: Getijde betekent periodieke verandering van de waterstand (eb en vloed zijn getijden).
6c: Het tij keren betekent letterlijk: eb in vloed veranderen of andersom. Figuurlijk betekent het: een situatie veranderen.
Verheffen betekent letterlijk: optillen of hoger maken. Je stem verheffen betekent figuurlijk: harder praten, je mening duidelijk laten horen.
6d: Over de schreef gaan betekent letterlijk: over de lijntjes beitelen, te ver gaan, een vergissing maken. Figuurlijk betekent het: te ver gaan.
6e: Een schreefloze letter is een letter zonder hulplijntjes. Je ziet dat bij bepaalde lettertypes, zoals Arial.

Slide 6 - Tekstslide

H1 opdr. 7
1. slenteren
2. verheffen
3.  humeurige
4. schreef
5. ontpopt
6. oprecht
7. aanspreken
8. keren


Slide 7 - Tekstslide

H1 opdracht 8
8a: Eigen antwoord
8b: Eigen antwoord
8c: Eigen antwoord: bijvoorbeeld: Vlinders en jonge lammetjes kunnen dartelen. Mensen kunnen slenteren. Leeuwen verschalken hun prooi.
8d: Nee, dieren kunnen niet slenteren. Bij slenteren hoort dat je geen doel hebt.
8e: Roofdieren verschalken hun eten.
8f: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Mensen met heel grote honger kunnen ook hun eten verschalken. Reuzen ook. Maar planteneters niet.
8g: dartelen: Bijvoorbeeld: vrolijk huppelen of springen van vooral jonge en kleine mensen en dieren. slenteren: Bijvoorbeeld: mensen die langzaam lopen zonder doel.
verschalken: Bijvoorbeeld: snel naar binnen werken van grote hoeveelheden voedsel, vooral door roofdieren en mensen of reuzen met veel honger.




Slide 8 - Tekstslide

H1 opdr. 9
9a: Gewassen (tekst 2), aanwas (tekst 3).
9b: gewas: planten die groeien (op de akker). Aanwas: het meer worden of toenemen van iets.
9c: Het wassende water: water dat hoger of meer wordt.
Volwassen: groeien tot je groot bent.
Tot wasdom komen: groeien tot iets groot is.




Slide 9 - Tekstslide

H1 opdr. 10
10a: De ruige dwergvleermuis
10b: Eekhoorns, reigers, stekelbaarsjes.
10c: De tuineigenaar vindt zo’n plastic reiger een mooi gezicht.
10d: De vijvervis vindt zo’n plastic reiger beangstigend.
10e: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik vind zo’n reiger wel grappig, want ik denk steeds dat hij echt is.





Slide 10 - Tekstslide

H1 opdr. 11
1. incidenteel
2. structureel
3. aanwas
4. compacte
5. dartelen

Slide 11 - Tekstslide

H2 opdr. 3
3a: Het heeft te maken met jongeren – een leeftijdsgroep.
3b: Het betekent hetzelfde als 24/7 (dus altijd).
3c: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: voor een toets, als je kookt en je snel iets moet weten, tijdens een gesprek.
3d: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: als je de weg zoekt (google maps), als je iets moet schrijven, als je een telefoonnummer wilt weten.



Slide 12 - Tekstslide

H2 opdr. 4
4a: Omdat Hades haar dochter Persephone heeft ontvoerd.
4b: Omdat Demeter haar taak als godin van de vruchtbaarheid verwaarloost.
4c: Zeus: Ik raad je ten zeerste af om deze dame permanent mee te nemen naar jouw rijk.
Zeus: Jazeker, ik heb intensief contact met haar gehad. Ze wil dat je haar dochter onmiddellijk laat gaan.
Zeus: Ik sta erop dat je mijn nicht DIRECT terugbezorgt bij haar moeder. Ik stuur een delegatie naar jou toe.
Hades: Volgens mij zijn wij getrouwd en is het praktisch onmogelijk haar weer mee terug te nemen. Ik maak me nergens zorgen over. Zij blijft permanent bij mij wonen!


Slide 13 - Tekstslide

H2 opdr. 5
1. kampt met
2. verschrompelt
3. vergaren
4. publicatie
5. intensief
6. generatie

Slide 14 - Tekstslide

H2 Opdr. 6
• vergaren – kennis: Via het internet is het eenvoudig allerlei kennis te vergaren
• de deuren openen – het internet: Het internet opent de deuren naar allerlei informatie.
• kampen met – de generatie: Kampt de oudere generatie met overgewicht?
• intrigerend – de publicatie: De publicatie was zo intrigerend dat er wereldwijd aandacht aan werd besteed.
• loodsen – Google Maps: Google Maps loodst je eenvoudig naar je plaats van bestemming.
• in de schoot werpen – de erfenis: De erfenis van de oudtante werd Joachim in de schoot  geworpen.

Slide 15 - Tekstslide

H2 opdr. 9
1. nabestaande
2. niettemin
3. ambassade
4.  bol stond van
5. transactie
6. Concreet
7. geïnd (denk om het trema)

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg: Voor- en achtervoegsels uit het Latijn
De betekenis van een moeilijk woord kun je raden door de voor- en achtervoegsels. Leer deze goed, dan wordt het een stuk makkelijker.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden
com-: compassie: Met passie            -soon: supersoon
aqua-: aquajet                                            -visie: televisie
dis-/dys-: dyslexie                                      vita-: vitakruid
ego-: egocentrisch
ex-: ex-vriend
hydra-: hydrateren
inter-: interland
mal-: malfunctie
medio-:  medio 2020 werden de coronaregels afgeschaft.
multi-: multicultureel
re: re-integreren

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Leren: 
  • In en om het huis les 1 en 2
  • Woordenlijst H1: blz. 38
  • Theorie Griekse voor- en achtervoegsels: blz. 44
  • Woordenlijst H2: blz. 113
  • Theorie Latijnse voor- en achtervoegsels: blz. 119
Maken: Opdr. 12 t/m 14 blz. 120

Slide 19 - Tekstslide