Kraam

Complicaties in de zwangerschap
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
kind en kraamMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Complicaties in de zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Hoelang duurt de gemiddelde zwangerschap?
A
38 weken
B
40 weken
C
21 weken
D
32 weken

Slide 2 - Quizvraag

Een gemiddelde zwangerschap duurt 38 weken. Toch rekenen verloskundigen, huisartsen en gynaecologen meestal met een zwangerschapsduur van 40 weken.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe het kind groeit hangt af van:

Slide 4 - Woordweb

Hoe het kind groeit hangt af van:
- Of het een eerste kind is of niet;
- Natuurlijke aanleg;
- Het geslacht van het kind;
- Het land van herkomst van de ouders;
- De lengte en het gewicht van de ouders;

Slide 5 - Tekstslide

Afwijkende foetale groei
Groeibeperking of –vertraging van de baby tijdens de zwangerschap (foetale groeivertraging, FGV, of intra-uteriene groeiretardatie, IUGR) wil zeggen dat uw baby te klein is voor de duur van de zwangerschap.

Slide 6 - Tekstslide

Afwijkende foetale groei
De verloskundige of gynaecoloog weet hoe groot je buik gemiddeld hoort te zijn bij elke zwangerschapsduur. Dit kan verschillen van persoon tot persoon. Daarom wordt elke zwangerschapscontrole opgeschreven hoe groot je buik op dat moment is. Lijkt je buik onvoldoende te groeien bij een volgende controle? Of lijkt juist de buik sneller te groeien dan verwacht? Dan is er verdenking op afwijkende groei. Je verloskundige of gynaecoloog zal dan een groeiecho laten maken.
 
Groeiecho = beoordelen de groei van de baby door de hoogte van de baarmoeder te voelen

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel vormen van foetale groeivertraging (IUGR) zijn er?
A
Vier
B
Twee
C
Acht
D
Zes

Slide 8 - Quizvraag

Afwijkende foetale groei
Symmetrische groeivertraging (type I): de groeivertraging staat in verhouding tot het lichaam van het kindje: alle organen (hoofd, buik…) zijn in verhouding te klein voor de duur van de zwangerschap.
Asymmetrische groeivertraging (type II): de groeivertraging staat niet in verhouding tot het hele lichaam van het kindje. Bijvoorbeeld als het kindje een veel te kleine buik heeft in verhouding tot het hoofd of de rest van het lichaam.






Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Afwijkende foetale groei
Een foetale groeivertraging kan tal van oorzaken hebben. We benoemen hier de voornaamste oorzaken:

Lengte, Gewicht, Leeftijd, Aantal kinderen (pariteit), Interval tussen twee zwangerschappen, Etniciteit, Roken, Alcohol en drugs, Luchtvervuiling, Geneesmiddelengebruik, Voeding, Stress en werkbelasting, Lichaamsbeweging, Hoge bloeddruk.


Slide 11 - Tekstslide

onderzoeken
Meten van de hoogte van de baarmoeder (fundushoogte) : De fundushoogte is een reflectie van de totale massa van foetus, placenta en vruchtwater en kan een maat zijn voor de intra-uteriene groei. 
Echografie: Dit is een ongevaarlijke techniek die via geluidsgolven de baarmoeder, baby en moederkoek in beeld brengt.
Doppleronderzoek: Hierbij wordt gekeken naar de bloeddoorstroming in de navelstreng.
Bloedonderzoek: Eventueel zal een bloedonderzoek worden verricht om na te gaan of u een ziekte of infectie hebt.
Cardiotocografie (CTG): Met cardiotocografie (CTG) kan de conditie van uw baby onderzocht worden.






Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vroegtijdig gebroken vliezen

Slide 14 - Tekstslide

Vroegtijdig gebroken vliezen
De vliezen omgeven de baby en het vruchtwater en zorgen voor bescherming tegen ziektekiemen. Het vruchtwater is heel belangrijk voor de baby.
- Het biedt bescherming tegen letsel van buitenaf, omdat het als een soort 'stootkussentje' fungeert.
- Het zorgt ervoor dat de baby zich vrij kan bewegen en speelt een rol bij de ontwikkeling van de longen.
Wanneer de vliezen te vroeg breken, raakt het voor de baby zo belangrijke vruchtwater verloren. Waarom vliezen vroegtijdig breken is meestal niet te achterhalen.

Slide 15 - Tekstslide

Risico's van vroegtijdig gebroken vliezen:
A
Een vroeggeboorte
B
Een infectie die opstijgt vanuit de vagina
C
De baby draait
D
Het uitzakken van de navelstreng of een lichaamsdeel van de baby

Slide 16 - Quizvraag

Ziekenhuisopname
Bij vroegtijdig gebroken vliezen is opname in het ziekenhuis noodzakelijk.
Onderzoeken:
- Om er zeker van te zijn dat uw vliezen zijn gebroken, onderzoekt de arts of verloskundige met een speculum (eendenbek) of er vruchtwater afloopt.
 De arts of verloskundige doet liever geen inwendig onderzoek in verband met een verhoogde kans op infectie.
- Er wordt een vaginale kweek afgenomen om onder andere op GBS (Groep-B-Streptokokken) te onderzoeken.
- De arts of verloskundige maakt een echo om te zien hoeveel vruchtwater er nog aanwezig is.
- De verpleegkundige neemt bloed af om te zien of er een infectie is in het bloed.
- We meten uw temperatuur, pols en bloeddruk.



Slide 17 - Tekstslide

Tijdens de opname
Bedrust:
Dit is afhankelijk van het aantal zwangerschapsweken en de ligging/indaling van de baby.

Controles:
De eerste 72 uur van de opname in het ziekenhuis controleren ze 3 x per dag de bloeddruk, pols, temperatuur en saturatie (zuurstofgehalte in het bloed)

Als de bevalling op gang komt:
Om de weeën te stoppen, krijgt u een weeënremmend middel.
- Bij een zwangerschap van 34 weken of meer krijgt u geen medicijn meer om de weeën te remmen, een mogelijke bevalling 
wordt dan geaccepteerd.

Ontwikkeling longen:
Het kan nodig zijn dat de arts u een medicijn geeft om de longen van uw kind sneller te laten rijpen.






Slide 18 - Tekstslide

Zwangerschapsdiabetes 
Waardoor ontstaat zwangerschapsdiabetes?
Als je zwanger bent, word je minder gevoelig voor insuline. Dat doen je hormonen. Meestal maakt het lichaam dan zelf automatisch meer insuline aan, maar soms gaat dat niet goed. Er ontstaat dan een tijdelijke vorm van diabetes: zwangerschapsdiabetes.

Slide 19 - Tekstslide

Zwangerschapsdiabetes 
Wanneer loop je een hoger risico?
- Je al eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad.
- Je overgewicht hebt (BMI 30 of hoger).
- Je eerder een zwaar kind hebt gekregen (meer dan 4500 gram).
- Je een vader, moeder, broer of zus hebt met diabetes type 2.
- Je van Afrikaanse, Zuid-Aziatische of Midden Oosterse afkomst bent (bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko, Pakistan, Suriname, Ghana of de Antillen).
- Je in een eerdere zwangerschap om onverklaarbare reden je baby hebt verloren.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ontdek je zwangerschapsdiabetes?

Slide 21 - Woordweb

Zwangerschapsdiabetes
De diagnose wordt gesteld door het uitvoeren van een glucose tolerantietest (GTT). Je drinkt een suikerdrankje. Na een uur wordt je bloedglucosewaarde gemeten om te kijken of je lichaam zelf insuline heeft aangemaakt. Is de bloedglucosewaarde hoger dan 7,8 mmol/l, dan heb je zwangerschapsdiabetes.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe wordt zwangerschapsdiabetes behandeld?
A
Word niet behandeld
B
dieet en meer beweging
C
Vaak krijg je ook advies van een diëtist
D
Insuline

Slide 23 - Quizvraag

Zwangerschapsdiabetes
Hoe verlopen je zwangerschapscontroles?
Als je baby normaal groeit en je bloedsuikers ook weer normaal zijn en je gebruikt geen medicijnen, dan blijf je tijdens je zwangerschap onder controle van je eigen verloskundige.
Is je baby te zwaar op de echo, je bloedsuikers zijn niet goed onder controle of je gebruikt medicijnen, dan word je overgedragen aan een gynaecoloog.
Bevallen als je zwangerschapsdiabetes hebt:
Als je zwangerschapsdiabetes hebt, beval je in het ziekenhuis.
- Tijdens de bevalling controleren ze je bloedglucosewaarden.
- Zwangerschapsdiabetes kan leiden tot een zware baby. Dit kan problemen veroorzaken bij de bevalling, waardoor een keizersnede nodig is.



Slide 24 - Tekstslide

Na de bevalling heeft de baby altijd een normale bloedsuiker.
Ja
Nee

Slide 25 - Poll

Zwangerschapsdiabetes
Na de bevalling kan je kind te lage bloedglucosewaarden hebben.
De kinderarts controleert je baby de dagen na de geboorte een paar keer met een hielprikje. Als je baby te weinig glucose heeft, krijgt hij of zij voeding of een infuus met glucose.
(Verhoogde kans op diabetes type 2 na zwangerschapsdiabetes
De helft van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgt binnen vijf tot tien jaar diabetes type 2)

Slide 26 - Tekstslide

Vaginaal bloedverlies
1 op de 5 zwangere vrouwen verliest bloed uit de vagina in de eerste 12 weken.
- Bij de helft van hen stopt het bloeden vanzelf en gaat de zwangerschap door.
- Bij de andere helft ontstaat een miskraam.

Slide 27 - Tekstslide

wanneer bel je de verloskundige?

Slide 28 - Woordweb

Vaginaal bloedverlies
Bel direct jouw huisarts of verloskundige:
- bij duizeligheid, zweten en het gevoel dat je flauw gaat vallen (bel dan met spoed)
- bij hevig bloedverlies (meer of langer dan bij de menstruatie)
- bij hevige pijn (meer of anders dan bij de menstruatie)
- Stopt het bloedverlies niet of neemt het toe

Slide 29 - Tekstslide

Tweelingzwangerschap 

Slide 30 - Tekstslide

Bij een tweeling kunnen de baby's:
allebei een eigen moederkoek hebben of samen 1 moederkoek hebben

Ja
Nee

Slide 31 - Poll

Tweelingzwangerschap
Bij 1 moederkoek zijn er meer risico's. Er kan bijvoorbeeld te veel bloed van de ene naar de andere baby gaan.
- Eet gezond, rook niet en drink geen alcohol. Dan kunnen de baby's beter groeien.
- Slik foliumzuur en ijzertabletten.
- Probeer vanaf 20 weken extra rust te nemen.
Tweelingen worden meestal te vroeg geboren:
- Tweelingen met 1 moederkoek en 2 vruchtzakken bij gemiddeld 35 weken.
- Tweelingen met 2 moederkoeken bij gemiddeld 37 weken.
- Als de eerste baby met het hoofd naar beneden ligt, kun je vaginaal bevallen.


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Zwangerschapshypertensie 

Slide 35 - Tekstslide

Zwangerschapshypertensie
Symptomen
Hoofdpijn, misselijkheid, braken, sterretjes zien, wazig zien, pijn in de bovenbuik of tussen de schouderbladen. Het zijn allen symptomen van een hoge bloeddruk.
Oorzaak
Zwangerschapshypertensie treedt vooral op tijdens de eerste zwangerschap. Een oorzaak is meestal niet bekend. Heeft u diabetes, een vaat- of nierziekte of bent u zwanger van een meerling dan is de kans op een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap groter.


Slide 36 - Tekstslide

Zwangerschapshypertensie
Gevolgen
Door een hoge bloeddruk kunnen complicaties optreden bij u en uw kind.
- Uw nieren en lever kunnen tijdelijk slechter werken.
- Er kunnen afwijkingen in uw bloedstolling ontstaan.
- De bloedtoevoer naar de placenta kan afnemen. Een mogelijk gevolg daarvan is een groeiachterstand bij uw baby.
Behandeling
Bij een hoge bloeddruk (zwangerschapshypertensie) volgen extra controles en soms ook medicatie. In het geval van een pre-eclampsie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Soms besluit de gynaecoloog om de zwangerschap vroegtijdig te beëindigen, om uw leven niet in gevaar te brengen. Dit kan een inleiding van de bevalling zijn of een keizersnede.


Slide 37 - Tekstslide

Pre-eclampsie & HELLP-syndroom
Symptomen Pre-eclampsie & HELLP-syndroom:
Bij zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) is er sprake van hoge bloeddruk en verlies van eiwitten in de urine. Hierbij kun je onder meer last hebben van de volgende symptomen: vochtophoping, hoofdpijn, misselijkheid, tintelingen in de vingers.

Bij het HELLP-syndroom worden bloed en bloedplaatjes afgebroken en is de werking van de lever verstoord. Je kunt last hebben van hoge bloeddruk, verlies van eiwitten in de urine en vochtophoping.
- Verder zie je bij dit syndroom vaak symptomen als hoofdpijn, misselijkheid en pijn in de bovenbuik.
Bij eclampsie leidt de hoge bloeddruk tot toevallen die lijken op stuipen bij epilepsie.



Slide 38 - Tekstslide

Pre-eclampsie & HELLP-syndroom
Gevolgen van pre-eclampsie en het HELLP-syndroom
Bij (pre-)eclampsie en het HELLP-syndroom kan de ongeboren baby te weinig voedingsstoffen en zuurstof krijgen. De gevolgen voor het kind kunnen heel verschillend zijn. Het kan bijvoorbeeld een groeiachterstand ontwikkelen of overlijden.
De enige behandelingsmogelijkheid bij deze aandoeningen is vaak om de baby geboren te laten worden.
Wat moet je doen?
Als je zwanger bent en denkt dat je (pre-)eclampsie of het HELLP-syndroom hebt, is het belangrijk om contact op te nemen met je verloskundige, huisarts of gynaecoloog.



Slide 39 - Tekstslide

foto s

Slide 40 - Open vraag