Elektriciteit - quiz

Quiz H3 Elektriciteit
3.1 t/m 3.3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz H3 Elektriciteit
3.1 t/m 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet een stroomkring sowieso bevatten?
A
- Spanningsbron - Verbindingssnoeren - Apparaat
B
- Spanningsmeter - Verbindingssnoeren - Apparaat
C
- Stroommeter - Verbindingssnoeren - Apparaat

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn isolatoren?
A
Stoffen waar stroom makkelijk doorheen loopt.
B
Stoffen die elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het symbool voor stroomsterkte?
A
G
B
H
C
I
D
J

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid van de stroomsterkte?
A
Volt
B
Spanning
C
Ampère
D
Elektriciteit

Slide 5 - Quizvraag

In welke richting loopt stroom?
A
Van de pluspool naar de minpool
B
Van de minpool naar de pluspool

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de betekenis van spanning?
A
Hoeveel energie een apparaat verbruikt
B
Hoeveel elektronen er per seconde langs komen
C
De hoeveelheid energie van elk elektron

Slide 7 - Quizvraag

Op stopcontacten staat de netspanning. Hoe hoog is deze in Nederland?
A
24 Volt
B
230 Volt
C
850 Volt
D
5 Volt

Slide 8 - Quizvraag

Welke stroomkring is serie geschakeld?
A
Het linker plaatje
B
Het rechter plaatje

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet de andere schakeling?

Slide 10 - Open vraag

Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 11 - Quizvraag

Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 12 - Quizvraag