Les 4 week 49 Nederlands

Les 4
Les Nederlands 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4
Les Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
Uitleg: 
- Sommige/ sommigen - Alle/ allen - beide/ beiden
- Communicatieve vaardigheden
- Opdracht taalontwikkeling verplaatsen we naar volgende week





Uitvoeren: 
werken in studiemeter: Stijlkwesties 
Starttaal Online - 3F - Taalverzorging - Stijlkwesties - Alle(n) / enige(n) / sommige(n) / beide(n) / andere(n) / vele(n)
3 opdrachten maken 



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doel
  • In deze les leer je waarom je de ene keer sommige schrijft en de andere keer sommigen, beide of beiden, meeste of meesten. 

Slide 4 - Tekstslide

Nederlands hdst. 4.4
Enkele, sommige, vele, beide, alle, andere, meeste, aanwezige, laatste

Wanneer -E? Wanneer -EN? 

Slide 5 - Tekstslide

Zoek de functie van het woord.
Enkele, sommige, vele enz. kunnen op personen slaan of op dieren en dingen 
ze kunnen:
1. Zelfstandig worden gebruikt. 
personen: -EN
dieren en dingen: -E

2. Bijvoeglijk worden gebruikt. Het woord staat dan  voor een zelfstandig naamwoord. 
personen, dieren en dingen: -E

 3.  Een verwijzing zijn naar personen of dingen/dieren die eerder in de zin of in een vorige zin zijn genoemd. 
personen, dieren en dingen: -E

Slide 6 - Tekstslide

1. Zelfstandig worden gebruikt. 
Personen krijgen dan -EN en dieren en dingen -E als uitgang.
Velen waren aanwezig op het feest. Wie waren aanwezig op het feest? velen (persoon)
De meeste hebben een glanzende vacht. Wie hebben een glanzende vacht? De meeste (dieren)

2. Bijvoeglijk worden gebruikt. 
Het woord (enkele, sommige enz.) staat dan voor een zelfstandig naamwoord. Zowel personen als dieren en dingen krijgen -E als uitgang.
De vele fietsers zorgden voor grote drukte. Beide gedichten zijn prachtig.

Zoek de functie van het woord.
enkele, sommige, vele enz. kunnen: 

Slide 7 - Tekstslide

3. Een verwijzing zijn naar personen of dingen/dieren die eerder in de zin of in een vorige zin zijn genoemd. De uitgang is dan -E.
Vele vrienden waren aanwezig op het feest, sommige (vrienden) waren verkleed.
! Echter beide en alle krijgen in deze situatie altijd -EN als uitgang. (allen waren verkleed)
! Echter telwoorden krijgen altijd -EN als uitgang. (duizenden waren verkleed)

Slide 8 - Tekstslide

1. Het huis van de buren staat te koop. Er zullen dus op termijn andere/anderen bewoners komen. 

Slide 9 - Tekstslide

1. Het huis van de buren staat te koop. Er zullen dus op termijn andere/anderen bewoners komen. 
Checklist: zelfstandig wie wat? bijvoeglijk? verwijzing? 
-Andere(n) staat voor een zelfstandig naamwoord (bewoners)    -Andere(n) wordt dus bijvoeglijk gebruikt 
-Zowel personen als dieren en dingen krijgen dan  -E als uitgang
1. Het huis van de buren staat te koop. Er zullen dus op termijn andere bewoners komen. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Mijn nieuwe auto moet zuiniger zijn dan die van andere/anderen.

Slide 11 - Tekstslide

2. Mijn nieuwe auto moet zuiniger zijn dan die van andere/anderen.
Checklist: zelfstandig wie wat? bijvoeglijk? verwijzing? 
-Er staat geen woord in de zin waar andere(n) naar verwijst
-Andere(n) wordt zelfstandig gebruikt en gaat over personen      -Personen krijgen dan -EN als uitgang

2. Mijn nieuwe auto moet zuiniger zijn dan die van anderen.

Slide 12 - Tekstslide

3. De directeur sprak de twee werknemers toe: 'Deze mededeling is voor jullie beide/beiden.'

Slide 13 - Tekstslide

3. De directeur sprak de twee werknemers toe: 'Deze mededeling is voor jullie beide/beiden.'
Checklist: zelfstandig wie wat? bijvoeglijk? verwijzing? 
-Voor wie is de mededeling? 
-Er staat geen woord in de zin dat na beide(n) kan worden gezet
-Beide(n) wordt zelfstandig gebruikt en gaat over personen 
 -Personen krijgen dan -EN als uitgang
3. De directeur sprak de twee werknemers toe: 'Deze mededeling is voor jullie beiden.'

Slide 14 - Tekstslide

Welke zin is juist?
Enkele/Enkelen lagen al zo lang in de gereedschapskist, dat ze verroest waren.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is juist?

Na lang zoeken vond ze alle/allen schroeven weer terug.

A
alle
B
allen

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De meeste/meesten zangers krijgen uiteindelijk last van hun stem.
A
meeste
B
meesten

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Veel leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt, maar sommige/sommigen waren het totaal vergeten.
A
sommige
B
sommigen

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin is juist?
De meeste leerlingen waren op tijd, enkele/enkelen stonden echter voor een dichte deur.
A
enkele
B
enkelen

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Zij behoorde tot de beste/ besten van de klas.
A
beste
B
besten

Slide 20 - Quizvraag

Communicatieve vaardigheden

Slide 21 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
Wat is communicatie?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is communicatie?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Geef voorbeelden van de non-verbale communicatie in het filmpje.

Slide 27 - Woordweb

Schrijf een concreet voorbeeld op van non-verbale communicatie en een voorbeeld van verbale communicatie.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Huiswerk vandaag
Uitvoeren: 
werken in studiemeter: 
Starttaal Online - 3F - Taalverzorging - Stijlkwesties - Alle(n) / enige(n) / sommige(n) / beide(n) / andere(n) / vele(n)
3 opdrachten maken 



Slide 30 - Tekstslide