5H 10.1 Voedingsstoffen deel 2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Voedingsstoffen kunnen organisch of anorganisch zijn. Noteer in je schrift welke voedingsstoffen (an)organisch zijn en uit welke atomen ze bestaan:
  • koolhydraten
  • eiwitten
  • vetten
  • vitamine
  • mineralen
  • water
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen
  6. Maak de startopdracht alleen en in stilte. 

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke atomen bestaan koolhydraten, eiwitten en vetten?
Koolhydraten (waaronder suikers): C, H en O

Vetten: C, H en O

Eiwitten: C, H, O en N (en soms S)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen

Cellen zijn opgebouwd uit
organische &
anorganische stoffen



Organische stoffen --> afkomstig van organismen of producten daarvan. C- en H- atomen. Grotere moleculen, energie. 

Anorganische stoffen --> kleine moleculen, weinig energie. Bevatten niet de elementen koolstof (C) en waterstof (H) bevatten.  



Slide 5 - Tekstslide

Organische stoffen zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen. In het molecuul moet minimaal een H-atoom en een C-atoom zitten om de stof organisch te noemen. Veel organische stoffen bevatten ook een O-atoom. Elke stof die geen C of H bevat is zeker een anorganische stof te noemen.
Water en koolstofdioxide zijn anorganische stoffen. Glucose en methaan zijn organische stoffen.
Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 1 --> Voedingsstoffen deel 2 (water, mineralen, vitaminen)
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding en vertering
10.1 Voedingsstoffen deel 2
10.2 Het verteringsstelsel
10.3 Chemische vertering
10.4 Resorptie
10.5 Gezonde voeding 



BiNaS tabel 82

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 10.1
  • Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezels.





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen

Cellen zijn opgebouwd uit
organische &
anorganische stoffen



Organische stoffen --> afkomstig van organismen of producten daarvan. C- en H- atomen. Grotere moleculen, energie. 

Anorganische stoffen --> kleine moleculen, weinig energie. Bevatten niet de elementen koolstof (C) en waterstof (H) bevatten.  



Slide 9 - Tekstslide

Organische stoffen zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen. In het molecuul moet minimaal een H-atoom en een C-atoom zitten om de stof organisch te noemen. Veel organische stoffen bevatten ook een O-atoom. Elke stof die geen C of H bevat is zeker een anorganische stof te noemen.
Water en koolstofdioxide zijn anorganische stoffen. Glucose en methaan zijn organische stoffen.
Water
60% van een volwassen menselijk lichaam bestaat uit water

Bouwstof en oplosmiddel.

Oxidatiewater wordt gevormd bij stofwisselingsprocessen in de cel. Dit kan hergebruikt worden in je lichaam. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • Bepaald samen met opgeloste stoffen osmotische waarde cellen.
  • Oplosmiddel en transport (bloed).
  • Lichaamstemperatuur
     (zweet)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen (voedingszouten)

Bouwstoffen en beschermstoffen

Zout is ook een mineraal. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen 
  • Anorganische stoffen
  • Bestanddeel enzymen en hormonen (spoorelementen)
  • Bouwstof en nodig voor bepaalde lichaamsprocessen, zoals:
- Bloedstolling (calcium)
- Geleiden zenuwimpulsen (kalium)
- Stevigheid geven aan botweefsel en hardheid aan tandbeen (calcium en fosfaat)


Slide 13 - Tekstslide

Organische stoffen --> afkomstig van organismen of producten daarvan. C- en H- atomen. Grotere moleculen, energie.

Anorganische stoffen --> kleine moleculen, weinig energie. Bevatten niet de elementen koolstof (C) en waterstof (H) bevatten.
Spoorelementen
  • Mineralen waarvan je er maar heel weinig nodig hebt.
  • Vaak bestanddelen van enzymen en hormonen
  • Zoals:
- Fluor --> versterkt tandglazuur
- IJzer --> vorming hemoglobine (rode bloedcellen --> zuurstoftransport)
- Chroom --> werking insuline
- Jodium --> onderdeel van schildklierhormoon


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen
  • Anorganische stoffen die nodig zijn om lichaamsprocessen goed te laten verlopen. 
  • We hebben er heel weinig van nodig
  • Veel vitaminen zijn bestanddelen van enzymen
  • Te kort? --> gebreksziekten
  • Teveel? --> vitaminen kunnen je ook ziek maken

  • Belangrijke vitaminen --> A, B, C, D en K -> verschillende B1, B2 enz. 
  • Vitamine B en C oplosbaar in water, lichaam kan dit niet opslaan



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen
  • Kunnen niet in je lichaam worden gemaakt, behalve vitamine K --> darmbacteriën
  • Provitaminen dit zijn stoffen die in voeding zitten, waaruit wij wel vitaminen kunnen vormen. B.v.  beta-caroteen --> vitamine A (opgeslagen in lever), provitamine D --> o.i.v zonlicht 
    --> huid vit. D


  • Vitamine-B-complex is opgebouwd uit meerdere afzonderlijke vitaminen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Zoek een aantal gebreksziekten op --> volgende dia's

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebreksziekte:                         Gebrek aan?:
scheurbuik                                    








Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebreksziekte:                         Gebrek aan:
scheurbuik                                    vitamine C








Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebreksziekte:                         Gebrek aan? 
rachitis (Engelse ziekte)            








Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebreksziekte:                         gebrek aan:
rachitis (Engelse ziekte)            vitamine D








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebreksziekte:                         gebrek aan:
Beriberi                                          Vitamine B1

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebreksziekte: vitamine A deficiëntie 
Gebrek aan: vitamine A
2 keer per jaar dosis, 25% minder kinder sterfte 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen 10.1
Maken opdracht 5 t/m 12
+ begrippenlijst maken







Herhalen en/of extra oefenen

Oefenen Biologiepagina.nl


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies