8.2 Sociale kwestie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Programma

1. Video + vragen (10 min.)
2. Opdracht: Politieke stromingen en de sociale kwestie (20 min.) 
3. Lesdoelen bespreken (10 min.)

Lesdoelen

• Je kunt de levensomstandigheden van arbeiders beschrijven en verklaren 
• Je begrijpt waarom de midden- en hogere klassen zich zorgen maakten over de sociale kwestie en je kunt uitleggen welke rol de overheid hierin speelde 
• Je  weet welke groepen zich op politiek en maatschappelijk gebied inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden. 
• Je kunt de positie die liberalen, socialisten en confessionelen  in politieke en maatschappelijke kwesties innamen, benoemen en verklaren. 

Kenmerkende Aspecten

KA's: 

• Discussies over de sociale kwestie 
• Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme
• De opkomst van emancipatiebewegingen

Opdracht: Politieke stromingen (rest van de les)

• Lees 8.2 en eventuele relevante delen 8.3
• Er zijn voor belangrijke stromingen die opkomen in de 19e eeuw. 

1. Liberalisme 
2. Socialisme
3. Confessionalisme 
4.  Feminisme

• Op de volgende pagina zie je welke stroming jij gaat vertegenwoordigen 
• Maak de vragen op de volgende pagina's van deze lessonup, zoveel mogelijk vanuit het perspectief van jouw politieke stroming. 
• Let op! De volgende les voer je onderhandelingen over de sociale kwestie vanuit het perspectief van jouw stroming

Verdeling Politieke stromingen

• Begint je achternaam met een A t/m Ko, vertegenwoordig je het liberalisme 
• Begint je achternaam met een Kr t/m M, vertegenwoordig je het socialisme
• Begint je achternaam met een P t/m V, vertegenwoordig je het confessionalisme
• Begint je achternaam met een W t/m Z, vertegenwoordig je het Feminisme 

Geef minstens drie voorbeelden van de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders in de fabrieken.

Leg uit waarom het voor arbeiders zo moeilijk was om zich te verzetten tegen deze omstandigheden.

Wat was vrijwel de enige manier voor arbeiders om zich wel te verzetten tegen de omstandigheden in de fabrieken?

1. Door zich te verenigen in vakbonden
2. Door in opstand te komen
3. Door vragen te stellen aan de overheid
4. Door te staken.

In de samenleving ontstond een discussie over de problemen van de arbeiders en hoe deze moesten worden opgelost. Hoe noemen we deze discussie?

1. Emancipatie
2. Socialisme
3. Sociale kwestie
4. Urbanisatie

Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten/kenmerken van jouw stroming?

In welke bevolkingsgroepen is jouw stroming vooral vertegenwoordigd?

Welke visie had jouw stroming op de omstandigheden in de fabriek?

Wat wilde jouw stroming precies doen aan de omstandigheden in de fabriek en waarom wilde jouw stroming dit doen?

Hoe stond jouw stroming tegenover de uitbuitingen van het Moderne Imperialisme?

Welke rol speelt jouw stroming in de huidige Nederlandse samenleving?

Lesdoelen

• Je kunt de levensomstandigheden van arbeiders beschrijven en verklaren 
• Je begrijpt waarom de midden- en hogere klassen zich zorgen maakten over de sociale kwestie en je kunt uitleggen welke rol de overheid hierin speelde 
• Je  weet welke groepen zich op politiek en maatschappelijk gebied inzetten voor de emancipatie van arbeiders en hoe zij dit deden. 
• Je kunt de positie die liberalen, socialisten en confessionelen  in politieke en maatschappelijke kwesties innamen, benoemen en verklaren.