Nederlands H5 Lezen Mening Argument Conclusie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Nederlands 

Hoofdstuk 5 (lezen)

Lesdoel

Aan het einde van de les kun je met behulp van signaalwoorden een mening, argument en conclusie herkennen en begrijpen.

Staat hier een feit, mening of argument?
"Ik vind het prachtig weer vandaag."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Waaraan of hoe herken je dat
"Ik vind het prachtig weer vandaag."
een mening is?

Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat hij goede standpunten heeft."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?

1. namelijk
2. omdat
3. dus
4. concluderend

Staat hier een feit, mening of argument?
"Ik vind dat ieder kind voor een huisdier moet zorgen."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?
"Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?
"Nederlands is het leukste vak op school."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?
"Morgen moet ik naar de tandarts."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Davey zegt: "Ik speel in het beste team!"
Dusan zegt: "Want wij hebben de beste verdediging!"

1. Davey: mening Dusan : mening
2. Davey: argument Dusan : argument
3. Davey: argument Dusan : mening
4. Davey: mening Dusan : argument

Mening

Wat je van iets vindt

Hoe je over iets denkt

eens/oneens

Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.

VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk

Argument

Uitleg waarom je iets vindt of denkt

signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers

VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk, want dan weet ik zeker dat ik geen geld van mijn vrienden hoef te lenen. 

Conclusie

Korte herhaling van de mening en argumenten

Signaalwoorden: dus, concluderend, dat

Huiswerk

Hoofdstuk 5 (Lezen) opdracht 2, 3