Blok 1 Fictie (KGT: opdr 1 tm 6 T+: 8) (SLR)

Blok 1 Fictie
Boek: blz. 8 t/m 18
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 1 Fictie
Boek: blz. 8 t/m 18

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen:
  • KADER
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen realistisch en niet realistisch.


  • THEORETISCH (+)   aanvullende doelen
  • Je kiest een fictiewerk dat past bij jouw interesse. Je moet van dat boek minimaal 25 bladzijden lezen. 
  • Je maakt van dat boek een boekprofiel als eindopdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

Vaardigheden (deze kun je gebruiken voor je portfolio)

plannen en organiseren
 schrijven
kritisch zijn op het werk van  jezelf
gebruik maken van digitale middelen 


Slide 3 - Tekstslide

BOEK: 'Hij of ik'
SCHRIJVER: Dirk Weber


Samen lezen:  verhaal (blz. 9 t/m 12)

Slide 4 - Tekstslide

Pak je boek erbij op blz 8

We lezen samen 'de dubbelganger'


'de dubbelganger' is een fragment uit het boek 'Hij of ik.'
van Dirk Weber. 

Slide 5 - Tekstslide

fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen

Non-fictie: teksten over de werkelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

fictie
non-fictie
tijdschriftartikel
gedicht
tekst op Wikipedia
journaal
toneelstuk
leesboek

Slide 7 - Sleepvraag

realistisch of niet?
Verhalen zijn altijd verzonnen, dus fictie. 
Het doel is vermaken / amuseren.

Realistisch: de mensen en de gebeurtenissen lijken op de werkelijkheid.
Niet-realistisch: de schrijver heeft een verhaal verzonnen met dingen die in de werkelijkheid niet kunnen.

Slide 8 - Tekstslide

fictie: realistisch
fictie: niet realistisch

Lieneke Dijkzeul: AAN DE BAL

Rahmane groeit op in een klein dorp in Afrika. Zijn familie is arm en Rahmane helpt zijn vader op het land. In zijn vrije tijd doet hij niets liever dan voetballen met zijn vrienden. Ze hebben geen echte bal en bij gebrek aan schoenen voetballen ze op hun blote voeten, maar dat maakt het spel er voor Rahmane niet minder om. 
Als er op een dag een scout langskomt en Rahmane selecteert om in de stad een opleiding tot professioneel voetballer te volgen, heeft hij het gevoel dat er een droom uitkomt - hij krijgt de mogelijkheid om aan een leven in armoede te ontsnappen en zijn familie een betere toekomst te bieden. 

Julia en haar broer Thijs spelen samen in een succesvolle band. Ze hebben veel vrienden en zijn alle twee tot over hun oren verliefd. Een heerlijk leventje dus. 
 
Ze hadden nooit kunnen denken dat het kon gebeuren, maar ineens wordt alles anders. Het drama dat zich thuis afspeelt zet Julia en Thijs lijnrecht tegenover elkaar en dreigt alles kapot te maken.
Harry Potter woont sinds de dood van zijn ouders in de bezemkast onder de trap in het huis van zijn zeer onvriendelijke tante en oom Duffeling. Het leven is er op zijn zachtst gezegd heel onaangenaam. Op zijn elfde verjaardag hoort Harry dat hij (net als zijn ouders) een tovenaar is; iets wat zijn leven totaal verandert. Hij gaat naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, waar hij alles leert over bezemstelen, toverdranken en monsters. Ook is het zijn taak de strijd aan te gaan met Voldemort, zijn aartsvijand, de tovenaar die verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader en moeder.
 
Thomas, Joost, Maurits en tweelingzussen Emma en Lisa verhuizen met hun ouders van de stad naar een afgelegen dorp. Daar gebeurt iets ongelooflijks. Wanneer zij, gelokt door raven en een geheimzinnige stem, onder een oude stadspoort doorgaan, veranderen ze in ruiters te paard. 
 
Tot hun schrik komen ze erachter dat zij De Vijf zijn. Volgens een oude voorspelling moeten zij de magische stad Raveleijn en haar bewoners bevrijden van hun overheerser graaf Olaf Grafhart en zijn monsterlijke wezens. Het lot van Raveleijn ligt in handen van Thomas en zijn broers en zussen. 
 
Maar hoe komen ze aan de magische krachten die nodig zijn om Raveleijn te bevrijden? En welke rol speelt het mysterieuze meisje Samira?

Slide 9 - Sleepvraag

Dit maakt een verhaal realistisch
Dit maakt een verhaal niet-realistisch
Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is verzonnen.
Er komen verzonnen wezens / fantasiefiguren voor.
Er komen mensen / plaatsen voor die echt hebben bestaan.
De gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.

Slide 10 - Sleepvraag

mondelinge opdracht:
blz. 16 opdr. 6

Slide 11 - Tekstslide

Pak je agenda en noteer het huiswerk: 

maken: opdracht 1 tm 6
blz 13 tm 17 

Je kunt nu zelfstandig aan het werk. Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les. 
LET OP: extra opdracht voor T en T+  (= opdr. 8) (zie volgende slide) 

Slide 12 - Tekstslide

extra voor T en T+
maak opdracht 8 blz 18. 

Samen bekijken: methodesite formulier BOEKPROFIEL
Vind je bij formulieren:           Formulier Blok 1 Fictie – Boekprofiel
  
Plannen in agenda:
Wanneer:  boek kiezen en meebrengen naar school.
 Wanneer: inleveren opdracht 8 blz. 18

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
1)   Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )

Slide 14 - Tekstslide