In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Blok 1 Fictie
Boek: blz. 8 t/m 18
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen:
KADER
Je kunt het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Je kunt het verschil uitleggen tussen realistisch en niet realistisch.
THEORETISCH (+) aanvullende doelen
Je kiest een fictiewerk dat past bij jouw interesse. Je moet van dat boek minimaal 25 bladzijden lezen.
Je maakt van dat boek een boekprofiel als eindopdracht.
Slide 2 - Tekstslide
Vaardigheden (deze kun je gebruiken voor je portfolio)
plannen en organiseren
schrijven
kritisch zijn op het werk van jezelf
gebruik maken van digitale middelen
Slide 3 - Tekstslide
BOEK: 'Hij of ik'
SCHRIJVER: Dirk Weber
Samen lezen: verhaal (blz. 9 t/m 12)
Slide 4 - Tekstslide
Pak je boek erbij op blz 8
We lezen samen 'de dubbelganger'
'de dubbelganger' is een fragment uit het boek 'Hij of ik.'
van Dirk Weber.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 1 blz 13
deze opdracht doen we mondeling
Slide 6 - Tekstslide
Leestips blz 13 en 14
Deze lezen we samen. Als je één boek zou moeten kiezen, welke zou je dan kiezen en waarom? Deze opdracht doen we mondeling
Slide 7 - Tekstslide
fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen
Non-fictie: teksten over de werkelijkheid
Slide 8 - Tekstslide
fictie
non-fictie
tijdschriftartikel
gedicht
tekst op Wikipedia
journaal
toneelstuk
leesboek
Slide 9 - Sleepvraag
realistisch of niet?
Verhalen zijn altijd verzonnen, dus fictie.
Het doel is vermaken / amuseren.
Realistisch: de mensen en de gebeurtenissen lijken op de werkelijkheid.
Niet-realistisch: de schrijver heeft een verhaal verzonnen met dingen die in de werkelijkheid niet kunnen.
Slide 10 - Tekstslide
fictie: realistisch
fictie: niet realistisch
Lieneke Dijkzeul: AAN DE BAL
Rahmane groeit op in een klein dorp in Afrika. Zijn familie is arm en Rahmane helpt zijn vader op het land. In zijn vrije tijd doet hij niets liever dan voetballen met zijn vrienden. Ze hebben geen echte bal en bij gebrek aan schoenen voetballen ze op hun blote voeten, maar dat maakt het spel er voor Rahmane niet minder om.
Als er op een dag een scout langskomt en Rahmane selecteert om in de stad een opleiding tot professioneel voetballer te volgen, heeft hij het gevoel dat er een droom uitkomt - hij krijgt de mogelijkheid om aan een leven in armoede te ontsnappen en zijn familie een betere toekomst te bieden.
Julia en haar broer Thijs spelen samen in een succesvolle band. Ze hebben veel vrienden en zijn alle twee tot over hun oren verliefd. Een heerlijk leventje dus.
Ze hadden nooit kunnen denken dat het kon gebeuren, maar ineens wordt alles anders. Het drama dat zich thuis afspeelt zet Julia en Thijs lijnrecht tegenover elkaar en dreigt alles kapot te maken.
Harry Potter woont sinds de dood van zijn ouders in de bezemkast onder de trap in het huis van zijn zeer onvriendelijke tante en oom Duffeling. Het leven is er op zijn zachtst gezegd heel onaangenaam. Op zijn elfde verjaardag hoort Harry dat hij (net als zijn ouders) een tovenaar is; iets wat zijn leven totaal verandert. Hij gaat naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, waar hij alles leert over bezemstelen, toverdranken en monsters. Ook is het zijn taak de strijd aan te gaan met Voldemort, zijn aartsvijand, de tovenaar die verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader en moeder.
Thomas, Joost, Maurits en tweelingzussen Emma en Lisa verhuizen met hun ouders van de stad naar een afgelegen dorp. Daar gebeurt iets ongelooflijks. Wanneer zij, gelokt door raven en een geheimzinnige stem, onder een oude stadspoort doorgaan, veranderen ze in ruiters te paard.
Tot hun schrik komen ze erachter dat zij De Vijf zijn. Volgens een oude voorspelling moeten zij de magische stad Raveleijn en haar bewoners bevrijden van hun overheerser graaf Olaf Grafhart en zijn monsterlijke wezens. Het lot van Raveleijn ligt in handen van Thomas en zijn broers en zussen.
Maar hoe komen ze aan de magische krachten die nodig zijn om Raveleijn te bevrijden? En welke rol speelt het mysterieuze meisje Samira?
Slide 11 - Sleepvraag
Dit maakt een verhaal realistisch
Dit maakt een verhaal niet-realistisch
Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is verzonnen.
Er komen verzonnen wezens / fantasiefiguren voor.
Er komen mensen / plaatsen voor die echt hebben bestaan.
De gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.
Slide 12 - Sleepvraag
mondelinge opdracht:
blz. 16 opdr. 6 Als er te wenig tijd is slaan we deze opdracht over
Slide 13 - Tekstslide
Naar de online methode
Ga naar je Teams en klik rechts op PARTS
Klik op Leermiddelen en log in met je Magister gegevens
vul code in: PMUWYJU1
Effe checken
Slide 14 - Tekstslide
Pak je agenda en noteer het huiswerk:
maken: opdracht 2 tm 5 in je schrift
blz 13 tm 17
Je kunt nu zelfstandig aan het werk. Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.
(maandag 11 september 5e uur)
Slide 15 - Tekstslide
Evaluatie
1) Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had.
2) Tips en Tops.......
3) Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.