Passé composé

Le passé composé 
De verleden tijd in het Frans

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Le passé composé 
De verleden tijd in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

Lis le texte
On a passé une belle journée. Il a fait beau et chaud, 24 degrés! Le matin, on a fait du canoë sur la rivière. On a fait aussi un clip. Le résultat est super! Regarde notre clip sur Youtube. Moi, j'ai filmé le clip. Le soir, nous avons mangé de la pizza. Et après, j'ai fait du foot avec les filles. Nous avons gagné. Nous sommes les meilleures!

Slide 2 - Tekstslide

Speelt dit verhaal zich af in het heden, verleden of de toekomst?
A
Verleden
B
Heden
C
Toekomst

Slide 3 - Quizvraag

Waaraan kun je dat zien?

Slide 4 - Open vraag

Le passé composé
Zo heet de verleden tijd in het Frans. In de volgende dia's ga je leren hoe de passé composé gemaakt wordt in het Frans.

Slide 5 - Tekstslide

Lis le texte. Noteer de werkwoorden van de zinnen die in de verleden tijd staan.

On a passé une belle journée. Il a fait beau et chaud, 24 degrés! Le matin, on a fait du canoë sur la rivière. On a fait aussi un clip. Le résultat est super! Regarde notre clip sur Youtube. Moi, j'ai filmé le clip. Le soir, nous avons mangé de la pizza. Et après, j'ai fait du foot avec les filles. Nous avons gagné. Nous sommes les meilleures!

Slide 6 - Open vraag

Bekijk de volgende zinnen:
J'ai mangé de la pizza / Nous avons gagné

Uit welke twee soorten werkwoorden bestaat de passé composé?

TIP: wat is een voltooid deelwoord ook alweer?
In het Nederlands: Ik heb gegeten / ik heb gefietst. Gegeten en gefietst zijn hier het voltooid deelwoord!
A
hele werkwoord + voltooid deelwoord
B
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de volgende zinnen:
J'ai mangé de la pizza / Nous avons gagné

Welk werkwoord is altijd het hulpwerkwoord in het Frans
A
être
B
aller
C
faire
D
avoir

Slide 8 - Quizvraag

étape 1
Je hebt geleerd wat de eerste stap is bij het maken van de passé composé:
STAP 1: Gebruik een vorm van het hulpwerkwoord avoir

Maar hoe vervoeg je het werkwoord avoir ook alweer? Dat oefen je op de volgende slide!

Slide 9 - Tekstslide

Avoir
=
  hebben



Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                     avons
                          ont
                             ai
                        avez
                            as
                              a

Slide 10 - Sleepvraag

Noteer het voltooid deelwoord van de volgende zinnen:
1. Nous avons mangé de la pizza
2. On a gagné le match de foot

Slide 11 - Open vraag

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Fransbij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde
- Haal de -r weg
- Pak het hele werkwoord
- Plaats een accent aigu (é) op de laatste e

Slide 12 - Sleepvraag

Het voltooid deelwoord maken
Om het voltooid deelwoord te maken van een regelmatig werkwoord op -er neem je dus de volgende stappen:
STAP 1: Pak het hele werkwoord
STAP 2: Haal de -r eraf
STAP 3: Plaats een accent aigu (é) op de laatste e

Slide 13 - Tekstslide

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Sleepvraag

De regel is dus:
Vorm van het hulpwerkwoord avoir + voltooid deelwoord

STAP 1: Kies de juiste vorm van avoir
STAP 2: Maak het voltooid deelwoord door:
- het hele werkwoord te pakken
- de -r eraf te halen
- een accent aigu (é) te plaatsen op de laatste e

Slide 15 - Tekstslide

Bekijk de volgende twee zinnen:
1. J'ai mangé une pizza
2. Ik heb een pizza gegeten

Wat valt je op als je de Franse met de Nederlandse zin vergelijkt?

Slide 16 - Open vraag

Aujourd'hui, je n'ai pas fait beaucoup. Je n'ai pas joué de la guitare, je n'ai pas mangé beaucoup, je n'ai pas fait de devoirs. J'étais malade (=ziek).

Wat is de zinsvolgorde bij de ontkenning?
Sleep de elementen naar de goede plek

Onderwerp    +                 +                               

 +                        +                           + rest van de zin  
Pas
Ne/n'
Vorm van avoir
Voltooid deelwoord

Slide 17 - Sleepvraag

Zinsvolgorde
  • Bevestigende zin: onderwerp + vorm avoir + voltooid deelwoord + rest van de zin
    Ex. J'ai aimé le film
  • Ontkennende zin: onderwerp + ne/n' + vorm avoir + pas + voltooid deelwoord + rest van de zin
    Ex. Je n'ai pas aimé le film

Slide 18 - Tekstslide

Zet deze zin in de passé composé
- Je parle
A
Je parlé
B
Je suis parlé
C
J'ai parlé
D
j'avoir parlé

Slide 19 - Quizvraag

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 20 - Sleepvraag

Attention! Het voltooid deelwoord van het werkwoord faire is ONREGELMATIG!

Slide 21 - Tekstslide

Lis le texte. Zoek het voltooid deelwoord van het werkwoord faire in de tekst en vul het hieronder in:

On a passé une belle journée. Il a fait beau et chaud, 24 degrés! Le matin, on a fait du canoë sur la rivière. On a fait aussi un clip. Le résultat est super! Regarde notre clip sur Youtube. Moi, j'ai filmé le clip. Le soir, nous avons mangé de la pizza. Et après, j'ai fait du foot avec les filles. Nous avons gagné. Nous sommes les meilleures!

Slide 22 - Open vraag

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord faire.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
fait
fait
fait
fait
fait
fait
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 23 - Sleepvraag

Résumé
  • Passé composé = voltooid tegenwoordige tijd
  • Gebruik: om te vertellen wat er gebeurd is/wat je gedaan hebt
  • Bestaat uit: vorm van avoir + voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord = hele werkwoord - r + é
  • LET OP! voltooid deelwoord van 'faire' = fait

Slide 24 - Tekstslide

QUIZ!
Tu as compris?
Vervoeg de werkwoorden in de passé composé

Slide 25 - Tekstslide

Tu ______ (regarder - PC) le clip sur YouTube.

Slide 26 - Open vraag

Nous _______ (acheter - PC) un cadeau pour ma soeur.

Slide 27 - Open vraag

Vous _____ (préparer - PC) un gâteau pour mon anniversaire!

Slide 28 - Open vraag

Ils ______ (faire - PC) de la musique toute la soirée!

Slide 29 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk? Vul dat hieronder in.

Slide 30 - Open vraag

Meer uitleg? Regarde la vidéo op de volgende slide

Genoeg uitleg gehad? 
Fais ex. 31cd, 32, 33 op Grandes Lignes en ligne

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video