Tina werkt als zorghulp in verpleeghuis Jaffa. Ze doet dit werk nu al weer drie jaar. Ze is in het verpleeghuis blijven werken nadat ze daar haar stage voor de opleiding medewerker maatschappelijke zorg heeft gedaan. Tina werkt op de afdeling langdurige zorg. Veel van de cliënten op de afdeling van Tina zijn volledig afhankelijk van de zorg die hun wordt geboden. Tina is vanochtend bezig met de persoonlijke verzorging van een cliënt. Mevrouw de Beers is pas opgenomen. Zij heeft een beroerte (CVA) gehad en moet op de douchebrancard worden gewassen.
Mevrouw de Beers kan door haar beroerte niet meer praten en haar wensen duidelijk maken.
Wanneer Tina samen met de stagiaire mevrouw de Beers op de brancard heeft geplaatst en met het wassen is begonnen begint mevrouw heel hard te krijsen. Het is Tina wel duidelijk dat mevrouw het niet prettig vindt dat zij wordt gewassen. Tina ziet echter ook dat er al behoorlijk wat vuil is vastgekoekt. In het haar van mevrouw zitten ook al wat vieze slierten waarin duidelijk resten van eten hebben gezeten. Tina twijfelt wat ze zal doen. Ze weet dat haar collega de vorige keer ook het probleem had. Deze heeft het wassen toen maar zonder te douchen gedaan.
De stagiaire van Tina kijkt ook erg verschrikt bij het doordringende gekrijs van mevrouw de Beers. Een collega komt ook al binnen om te kijken of er soms problemen zijn.
Iedereen is nog geschrokken van het bericht in de krant dat er pas in een ander verpleeghuis een cliënt ernstig is verbrand tijden het douchen.