W = 200 dus Y=............
Consumptie = 170 bestedingen door gezinnen
Investeringen vooraf 25 bestedingen door de bedrijven
EV = C + I
EV =...........
De EV < W
De bedrijven moeten investeren in de voorraad. Ze lenen van de gezinnen het spaargeld. Achteraf is de investeringen dus groter dan 25. Hoeveel groter? Er is geen EV=W