Lezen L11 1M_toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek of leer voor de toets (groene blokken op blz. 10, 16, 21 en 26)

• Leesboek
• Gevuld etui

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Nakijken
• Theorie
• Oefentoets en nakijken
• Extra opdracht?
• Huiswerk
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Toets lezen

• woensdag 19 februari
• Lezen paragraaf 1 t/m 4
• Je vindt de theorie in de groene blokken op blz. 10, 16, 21 en 26. Deze theorie moet je leren.

Lesdoelen

• Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.
• Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.
• Ik kan oriënterend en precies lezen.
• Ik kan de hoofdgedachte van een tekst herkennen.
• Ik kan tekstdoelen en tekstsoorten bepalen.

Proefwerk lezen

- Je zit alleen en je werkt zelfstandig en stil.

- Zet je naam en klas op je toetsblaadje.

- Heb je vragen? Bewaar je vragen tot het einde. Steek je hand op en stel je vraag zo zacht mogelijk.

- Ben je klaar? Leg de toets omgedraaid op de hoek van je tafel.

- Lees je leesboek in stilte tot de les verdergaat.

Samenwerken

• Werk samen met degene naast je.
• Verzamel online 5 teksten en zet die in Word. 
• Je zoekt bij ieder tekstdoel één tekst (zie blz. 26)
• Deel mevrouw De Kok in dit document.
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  

Klaar? Maak opdracht 7 van blz. 31, ga lezen in je leesboek of werk in Numo. 

Opdrachten bespreken

• opdracht 1, opdracht 2 vraag 1 t/m 3, opdracht 3 t/m 5 vanaf blz. 26 

Woordraadstrategieën

1. Synoniem
2. Omschrijving
3. Voorbeeld
4. Tegenstelling

Onderwerp

Hoe vind je het onderwerp van een tekst:

1. Lees de tekst oriënterend.
2. Vraag: waar gaat deze tekst over?

3. Gebruik nooit een hele zin. 

Oriënterend lezen

Bekijk de tekst:

- Lees de titel.

- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.

- Lees de tussenkopjes.

- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.

- Let op woorden die vaker gebruikt worden.

- Lees de eerste alinea

Precies lezen en hoofdgedachte

Bepaal het onderwerp.

- Lees de tekst precies.

- Begin of eind --> hoofdgedachte?

- Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Tekstdoelen en tekstsoorten

Tekstdoel	de schrijver wil	tekstsoorten
informeren	dat je iets te weten komt	nieuwsbericht, schoolboek, verslag
instrueren	datje leert hoe je iets moet doen	gebruiksaanwijzing, spelregels
overtuigen	dat je zijn mening overneemt	betoog, ingezonden brief, recensie

Tekstdoelen en tekstsoorten

Tekstdoel	de schrijver wil	tekstsoorten
activeren	dat je iets wel of niet moet doen	advertentie, advies, affiche, flyer
amuseren	dat je je vermaakt	verhaal, mop, strip

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Maak de oefentoets zelfstandig. Schrijf de antwoorden in je schrift.
• Kijk de oefentoets na. 
• Heb je vragen? Stel je vraag na 5 minuten. Sla je vraag eventueel over.
  
• Klaar? Ga lezen in je leesboek of in Numo. 

Opdracht 2 op blz. 26

• Lees de vragen.
• We bekijken de video
• Geef antwoord op de vragen
• We bespreken de vragen

Samenwerken

• Werk samen met degene naast je.
• Verzamel online 5 teksten en zet die in Word. 
• Je zoekt bij ieder tekstdoel één tekst (zie blz. 26)
• Deel mevrouw De Kok in dit document.
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  

Klaar? Maak opdracht 7 van blz. 31, ga lezen in je leesboek of werk in Numo. 

Huiswerk

Datum:

woensdag 19 februari

Maken:

• Toets Nederlands lezen

Lesdoelen

• Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!