6.0-6.1 Bisdom Utrecht

H6: Utrecht
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H6: Utrecht

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van 1000-1500 noemen we de tijd van
A
Monniken en ridders
B
Steden en staten
C
Ontdekkers en hervormers
D
Regenten en vorsten

Slide 2 - Quizvraag

Hoofdvraag:
Waardoor was Utrecht in de Middeleeuwen de belangrijkste stad in de Nederlanden en waarom is dat niet zo gebleven?

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten:
1. De opkomst van handel en het ontstaan van steden. 
2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
3. Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 4 - Tekstslide

Utrecht als bisdom:
* De Frankische koningen stuurden monniken om de Friezen te kerstenen.
* Willibrord is zo'n monnik, hij wordt in 695 de eerste bisschop van Utrecht.
* Utrecht is vanaf dat moment een bisdom -->  Dit is een kerkelijk gebied dat bestuurd wordt door een bisschop.

Slide 5 - Tekstslide

Sticht Utrecht
  • Vanaf de 10e eeuw proberen de Frankische keizers hun macht te versterken
  • Om te voorkomen dat leengebieden erfelijk worden geven ze bestuursmacht aan bisschoppen --> die mogen geen kinderen krijgen
  • De bisschop van Utrecht krijgt ook bestuurlijke macht in Utrecht en omliggende gebieden --> het Sticht Utrecht

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kozen de Frankische keizers ervoor om de bisschoppen bestuurlijke macht te geven?
A
De bisschoppen waren heel trouw
B
Bisschoppen mochten niet trouwen
C
De keizers konden het niet alleen
D
De bisschoppen betaalden de keizer

Slide 7 - Quizvraag

Belang van Utrecht:
  • Bewoond vanaf de Romeinse tijd
  • Eerste bisdom in Nederland
  • Centrale ligging
  • Voorbeeld stad
  • Utrechtse burgers streden tegen de adel en de bisschop omdat ze wilden mee beslissen over het bestuur

Slide 8 - Tekstslide

6.1 Welke periodes van bloei en neergang kende Utrecht in de middeleeuwen?

Slide 9 - Tekstslide

Frankische koningen
  • Na de dood van Karel de Grote valt het rijk uiteen
  • De Noormannen maakten gebruikt van de chaos en plunderden Dorestad en ook Utrecht
  • De bisschop verhuisde daarom naar Deventer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Uitbreiding van de macht:
  • De bisschop keert rond 920 weer terug naar Utrecht
  • Hij krijgt van de Frankische keizer gebieden in leen: Drenthe en Groningen
  • De bisschop was nu leenheer van alle graven in het gebied
  • Hij had nu niet alleen geestelijke macht, maar ook wereldlijke macht

Slide 12 - Tekstslide

Sticht Utrecht wordt opgesplitst:
  • Niet alle edelmannen waren blij met de macht van de bisschop, ze kwamen in opstand
  • Holland, Gelre, Friesland en Groningen scheiden zich af
  • Sticht = Utrecht
  • Oversticht = Drenthe en Overijssel

Slide 13 - Tekstslide

Gebeurtenis, verschijnsel, ontwikkeling
Het feit dat de Noormannen in 834 Dorestad voor het eerst plunderden, noemen wij een gebeurtenis. Als een gebeurtenis zich herhaalt, dan noemen wij het een verschijnsel. Steeds minder huizen werden opgebouwd en Dorestad raakte geheel ontvolkt. Wanneer er door verschijnselen een verandering optreedt noemen wij dit een ontwikkeling

Slide 14 - Tekstslide

De bisschop van Utrecht krijgt steeds meer wereldlijke macht
A
Gebeurtenis
B
Verschijnsel
C
Ontwikkeling

Slide 15 - Quizvraag

Bonifatius wordt bij Dokkum vermoord
A
Gebeurtenis
B
Verschijnsel
C
Ontwikkeling

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens de veldslag in het Drentse Ane wordt de Utrechtse bisschop Otto van Lippe vermoord
A
Gebeurtenis
B
Verschijnsel
C
Ontwikkeling

Slide 17 - Quizvraag

Kastelen van opstandige heren worden verwoest
A
Gebeurtenis
B
Verschijnsel
C
Ontwikkeling

Slide 18 - Quizvraag

6.1 Welke periodes van bloei en neergang kende Utrecht in de middeleeuwen?
Lees paragraaf 6.1 goed door in je lesboek.

Maak in je eigen schrift een lijstje met periodes van bloei en neergang. 

Je mag in tweetallen fluisteren samenwerken. 

Slide 19 - Tekstslide