2.1 Wat is sociaal gedrag? (bewerkt)

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Stel je voor dat je in Nederland een rapportcijfer van 1 tot 10 zou krijgen voor je gedrag. Welk cijfer zou jij jezelf geven?

Slide 2 - Open vraag

Stelling: 'In Nederland ben ik vrij om me te gedragen zoals ik wil.'
Mijn reactie hierop is......... (eens/oneens omdat..)

Slide 3 - Open vraag

2.1 Wat is sociaal gedrag? 
Aan het einde van deze les
- Ken je de belangrijkste functie van omgangsvormen en sociale vaardigheden.
- Kun je van enkele positieve eigenschappen de voordelen en mogelijke nadelen noemen.
- Ben je ervan bewust dat sociale vaardigheden per groep en situatie verschillen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is sociaal gedrag?

Slide 5 - Woordweb

Goed gedrag
Alle manieren om rekening met elkaar te houden. 

Alle goede gedragingen worden ook wel:
omgangsvormen of sociaal gedrag genoemd.
  
Bij sociaal gedrag horen bepaalde vaardigheden:

Slide 6 - Tekstslide

sociale vaardigheid


contact maken met anderen

samenwerken

afspraken nakomen

respectvol communiceren

omgaan met je emoties

omgaan met kritiek

de regels van de groep respecteren







voorbeeld


iemand groeten en oogcontact maken

een ander om een reactie vragen

op tijd zijn of op tijd een afspraak afzeggen

vriendelijk of beleefd iets zeggen

als iets je irriteert, dan stel je je reactie uit

proberen te leren van de tips van een ander

op je beurt wachten in de rij bij de kassa









Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Socialisatie
Het aanleren van sociaal gedrag heet socialisatie

Mensen leren sociale vaardigheden tijdens hun opvoeding en door ervaring in het dagelijks leven.

Slide 9 - Tekstslide

(sub)culturen
Tussen (sub)culturen en groepen bestaan vaak verschillen in sociaal gedrag. Dat kan verwarrend zijn. In Nederland toont iemand bijvoorbeeld respect door een ander aan te kijken tijdens een gesprek. Maar in bijvoorbeeld sommige Aziatische culturen is het juist brutaal om de ander aan te kijken.

Zulke verschillen zijn er ook dichter bij huis. De omgangsvormen op het werk, met vrienden of op de sportclub zijn overal net weer iets anders. Omdat sociaal gedrag per groep verschilt, is het het handigst om naar de omgangsvormen van anderen te kijken.

Zo kom je er het beste achter hoe het nou eigenlijk hoort. En twijfel je nog steeds over de omgangsvormen? Vraag dan wat iemand van jou verwacht of wat de gewoonte is.
Zo’n vraag wordt vaak attent en sociaal gevonden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bied ruimte in een gesprek: stel open vragen

Een belangrijke sociale vaardigheid is om iemand in een gesprek ruimte te geven. 

Hiermee laat je merken dat je respect hebt voor wat de ander vindt. 
Open vragen bieden deze ruimte.

Een open vraag nodigt een ander uit veel te vertellen en na te denken.

Slide 12 - Tekstslide

Bied ruimte in een gesprek: stel open vragen

Begin een gesprek bijvoorbeeld met een open startvraag, zoals:

  • Kun je daar iets meer over vertellen? Of: vertel daar eens iets meer over.
  • Hoe belangrijk is deze opleiding voor jou?

Aan het eind van een gesprek kun je een open slotvraag stellen om opnieuw ruimte te bieden. Bijvoorbeeld:
  • Wat vond je ervan?
  • Hoe sta je er nu tegenover?

Een open vraag geeft veel ruimte voor alle antwoorden. Geef de ander daarom ook even tijd om na te denken.





Slide 13 - Tekstslide

Gesprek voeren
Je gaat in tweetallen een gesprek voeren over de volgende vraag: 
"Welke sociale vaardigheden zijn belangrijk in het werk dat je later wilt gaan doen?"
1. Noteer enkele open vragen die je wilt gaan stellen.
2. Voer het gesprek in maximaal vijf minuten. Gebruik de LSD-regel: luisteren-samenvatten-doorvragen. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke sociale vaardigheid is volgens jou het belangrijkst in jouw toekomstige werk?

Slide 15 - Open vraag

Maken uit NuBurgerschap
Opdracht 3 + 4 uit hoofdstuk 2.1

Slide 16 - Tekstslide

Voor de pitch
Hoofdstuk 2

Hoe wil ik met anderen omgaan?

Slide 17 - Tekstslide