Module Dagbesteding: Sociaal gedrag

Module Dagbesteding
Les: Sociaal gedrag

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Module Dagbesteding
Les: Sociaal gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Kennisdoelen: 

Je onderbouwt hoe je de cliënt consequent wijst op normen en waarden. 
Toepassingsdoelen: 
Je laat zien hoe je aandacht toont voor de leefwereld van de cliënt 
Communicatie: 
Je toont verschillende basis communicatietechnieken aan in complexere praktijksituaties  



Slide 2 - Tekstslide

Inhoudsopgave
  • Sociaal gedrag

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ga je met een ander om?

Slide 4 - Tekstslide

Goed gedrag
Alle manieren om rekening met elkaar te houden. 

Alle goede gedragingen worden ook wel:
omgangsvormen of sociaal gedrag genoemd.
  
Bij sociaal gedrag horen bepaalde vaardigheden:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

sociale vaardigheid


contact maken met anderen

samenwerken

afspraken nakomen

respectvol communiceren

omgaan met je emoties

omgaan met kritiek

de regels van de groep respecteren







voorbeeld


iemand groeten en oogcontact maken

een ander om een reactie vragen

op tijd zijn of op tijd een afspraak afzeggen

vriendelijk of beleefd iets zeggen

als iets je irriteert, dan stel je je reactie uit

proberen te leren van de tips van een ander

op je beurt wachten in de rij bij de kassa









Slide 7 - Tekstslide

Socialisatie
Het aanleren van sociaal gedrag heet socialisatie

Mensen leren sociale vaardigheden tijdens hun opvoeding en door ervaring in het dagelijks leven.

Slide 8 - Tekstslide

(sub)culturen
Tussen (sub)culturen en groepen bestaan vaak verschillen in sociaal gedrag. Dat kan verwarrend zijn. In Nederland toont iemand bijvoorbeeld respect door een ander aan te kijken tijdens een gesprek. Maar in bijvoorbeeld sommige Aziatische culturen is het juist brutaal om de ander aan te kijken.

Zulke verschillen zijn er ook dichter bij huis. De omgangsvormen op het werk, met vrienden of op de sportclub zijn overal net weer iets anders. Omdat sociaal gedrag per groep verschilt, is het het handigst om naar de omgangsvormen van anderen te kijken.

Zo kom je er het beste achter hoe het nou eigenlijk hoort. En twijfel je nog steeds over de omgangsvormen? Vraag dan wat iemand van jou verwacht of wat de gewoonte is.
Zo’n vraag wordt vaak attent en sociaal gevonden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Bied ruimte in een gesprek: stel open vragen

Een belangrijke sociale vaardigheid is om iemand in een gesprek ruimte te geven. 

Hiermee laat je merken dat je respect hebt voor wat de ander vindt. 
Open vragen bieden deze ruimte.

Een open vraag nodigt een ander uit veel te vertellen en na te denken.

Slide 11 - Tekstslide

Begin een gesprek bijvoorbeeld met een open startvraag, zoals:

  • Kun je daar iets meer over vertellen? Of: vertel daar eens iets meer over.
  • Hoe belangrijk is deze opleiding voor jou?

Aan het eind van een gesprek kun je een open slotvraag stellen om opnieuw ruimte te bieden. Bijvoorbeeld:
  • Wat vond je ervan?
  • Hoe sta je er nu tegenover?

Een open vraag geeft veel ruimte voor alle antwoorden. Geef de ander daarom ook even tijd om na te denken.





Slide 12 - Tekstslide