MTH Toets 1 P2

MTH 
periode 2 toets 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MTHMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

MTH 
periode 2 toets 1

Slide 1 - Tekstslide

Kerntaak 2: 
handelen in het kader van de individuele gezondheidszorg

Boek: Medisch technisch handelen.
Hoofdstuk: 5.26 audiometrie en
  6.7 oren uitspuiten
Aantal vragen: 17

Slide 2 - Tekstslide

noem de naam van dit instrument
A
stethoscoop
B
otoscoop
C
funduscoop
D
cerumenscoop

Slide 3 - Quizvraag

als het trommelvlies glanst is het
A
vocht achter trommelvlies
B
ontstoken
C
vol met cerumen
D
gezond

Slide 4 - Quizvraag

geef minimaal 2 kenmerken van ontstoken trommelvlies

Slide 5 - Open vraag

Wanneer wordt besloten tot het plaatsen van trommelvliesbuisjes?
A
veel cerumen
B
om vaak uitspuiten te voorkomen.
C
recidiverende oorontsteking
D
als er sprake is van een loopoor.

Slide 6 - Quizvraag

wat kan de patient doen om het uitspuiten te vergemakkelijken?
A
1 dag van te voren olie druppelen
B
2 dagen van te voren oren olie druppelen.
C
oren van te voren goed schoonmaken
D
de dag ervoor de douchekop op het oor zetten.

Slide 7 - Quizvraag

noem tenminste 3 contra indicatie bij het oor uitspuiten

Slide 8 - Open vraag

hoe komt het dat patiënten tijdens het uitspuiten duizelig kunnen worden?

Slide 9 - Open vraag

waar of niet waar?
oorsmeer oplossende spray kan uitspuiten voorkomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

met welk instrument kan je losse cerumendeeltjes bij uitgang van de gehoorgang weghalen?

Slide 11 - Open vraag

waarom moet je voor het uitspuiten de gevulde spuit verticaal houden?

Slide 12 - Open vraag

welke 2 soorten audiogram kunnen gemaakt worden met dezelfde audiometer?

Slide 13 - Open vraag

Waarom moet de patiënt met de rug naar de assistente zitten bij een audiometrie onderzoek?

Slide 14 - Open vraag

Geef de Nederlandse term voor Hertz

Slide 15 - Open vraag

Geef de Nederlandse term voor volume.

Slide 16 - Open vraag

Noem tenminste 3 plaatsen in de gezondheidszorg waar audiometrie wordt uitgevoerd.

Slide 17 - Open vraag

Waarom worden de testtonen aangeboden met wisselende intervallen?

Slide 18 - Open vraag

met welke afkorting duiden wij het rechter- en met welke afkorting het linker oor aan?

Slide 19 - Open vraag

als je de uitslag van beide oren in 1 grafiek noteert geldt:
A
rondje, blauw = links
B
kruisje, rood = links
C
kruisje, blauw= rechts
D
rondje, rood= rechts

Slide 20 - Quizvraag

Toets 2 MTH periode 2 Audiometrie
Audiometrie 
21-12-2022

Slide 21 - Tekstslide

met welk oor begin je bij het audiogram?
A
links
B
maakt niet uit
C
rechts

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is het zo belangrijk dat het gehoor van pasgeboren zuigelingen wordt getest?

Slide 23 - Open vraag

Met welke testtoon moet je beginnen bij een audiogram?
A
1.000 HZ 40 dB
B
1.000 Hz 30 dB
C
500 Hz 40 dB
D
4.000 Hz 30 dB

Slide 24 - Quizvraag

we spreken van een matige slechthorendheid bij een verlies van
A
30-35 dB
B
60-90 dB
C
35-60 dB
D
40-70 dB

Slide 25 - Quizvraag

wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van gehoorverlies in de lage tonen?

Slide 26 - Open vraag

Na een ontsteking van het oor kan er tijdelijk gehoorverlies zijn. Na hoeveel weken wordt dit gecontroleerd?
A
6-8 weken
B
2-3 weken
C
4-6 weken
D
1-3 weken

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide