ecologie en duurzaamheid - les 3 samenleven

Terugblik 
  • Wat zijn producenten, consumenten en reducenten?
  • Hoe werkt de kringloop van stoffen?
  • Wat is het verschil tussen biologische afbreekbare en niet-biologisch afbreekbare stoffen?



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
N&gMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Terugblik 
  • Wat zijn producenten, consumenten en reducenten?
  • Hoe werkt de kringloop van stoffen?
  • Wat is het verschil tussen biologische afbreekbare en niet-biologisch afbreekbare stoffen?



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les 
  • je kent de verschillende manieren waarop soorten met elkaar samenleven


2-6.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relaties
Bij een relatie denken mensen vaak aan een liefdesrelatie. Maar alle mensen en dingen die iets met elkaar te maken hebben, hebben een vorm van relatie samen. 

Er zijn dus heel veel soorten relaties. 
Zelf heb je een relatie met je ouders/verzorgers, met je klasgenoten, met je docenten, met de persoon waar je ruzie mee hebt. Sommige relaties zijn leuk, andere niet. 

Slide 3 - Tekstslide

Een relatie is de verhouding tussen mensen, dingen en begrippen.
Een aantoonbaar verband tussen twee of meer verschillende eenheden.
Samenlevingsvormen
Binnen een groep dieren hebben alle dieren een relatie tot elkaar. 

Organismen kunnen elkaars concurrenten zijn (ze strijden met elkaar om bijvoorbeeld voedsel), of met elkaar samenwerken (coöperatie).

Slide 4 - Tekstslide

de leeuwen werken samen om een zebra te vangen. 
samenleven
Als dieren langdurig met elkaar samenleven dan noem je dat een symbiose. Er zijn verschillende vormen van symbiose

- Mutualisme: beide organismen hebben voordeel van het samen leven (de vogel haalt etensresten tussen de tanden van de krokodil vandaan, de vogel heeft makkelijk eten en de krokodil schone tanden)

- Commensalisme: één van de twee heeft voordeel en de ander heeft er verder geen last van (de vissen om de haai heen eten de restjes op van wat de haai eet, de haai heeft hier geen last van)

- Parasitisme: één van de twee heeft voordeel (parasiet) en de ander heeft er last van (gastheer) 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rangorde
Dieren die in groepen leven, hebben vaak een rangorde. Eén dier is dan de baas. Bij olifanten is dat het oudste vrouwtje in de kudde. Elke olifant weet zijn plek in de groep. Daardoor zijn er minder gevechten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Territorium
Een territorium is een gebied waar één dier leeft, of een groep dieren van dezelfde soort. Andere soortgenoten mogen er niet in. De dieren blijven in hun eigen territorium. Daardoor komen ze elkaar niet tegen, dat verkleint de kans op vechtpartijen.

Deze kat laat zijn geur achter om voor andere katten duidelijk te maken dat dit zijn territorium is. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paarvorming
Paarvorming: bij veel vogels werken het mannetje en vrouwtje samen om zich voort te planten. Het vrouwtje broedt de eieren uit en het mannetje haalt eten. 

Pinguïns wisselen elkaar af tijdens het broeden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend concurrentie?
A
twee organismen vechten om hetzelfde
B
twee organismen werken samen
C
één organisme heeft voordeel van een ander
D
één organisme heeft last van een ander

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een mannetje en vrouwtje samen werken om hun jongen groot te brengen dan heet dat
A
co-ouderschap
B
gezin
C
paarvorming
D
samenwerking

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algen leven in koraal. De algen worden beschermd door het koraal en het koraal krijgt voedingsstoffen van de algen. Hoe noem je deze vorm van samenleven?
A
parasitisme
B
symbiose
C
concurrentie
D
Mutualisme

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als één dier de baas is in de groep dan hebben de dieren een ..

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend symbiose?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Maak een "woordenboek"
Verzamel alle blauwe woorden uit 6,1  6,2  en 6,3 en schrijf erachter wat het betekend. Dit mag op papier of op je chromebook. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefenen:
hoofdstuk 6,3 uit het boek.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies