Dautzenberg Hoofdstuk 5 en 6

1 / 36
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

voordat je verdergaat: is dit af?
* 9 t/m 13 mrt LIT: H5 TB blz. 103 t/m 107 WB blz. 34 en 35, paragraaf 40 t/m 42.2, 43 , tussentoets 
* 16 t/m 20 mrt LIT: H5 TB blz. 108 t/m 117 WB blz. 36 t/m 38, paragraaf 45 t/m 47.2, 48, 50 en tussentoets 
* 23 t/m 27 mrt LIT: H6 TB blz. 131 t/m 149 WB blz. 42 t/m 46, paragraaf 54 t/m 55.2 en tussentoets,  57.4 t/m 59.2 en tussentoets 
* H6 TB blz. 152 t/m 158 WB blz. 42 t/m 46, paragraaf 63 t/m 65,  66.1, 66.2 en tussentoets 

Slide 5 - Tekstslide

Ja? Ook nagekeken?
Dan mag je de volgende 28 quizvragen maken. Ze zijn gebaseerd op de eindtoets van hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6

Slide 6 - Tekstslide

De mens heeft geen vrije wil, maar zijn leven wordt bepaald door krachten buiten hem
A
fatalisme
B
impressionisme
C
realisme
D
Neo-romantiek

Slide 7 - Quizvraag

Kunst dient alleen kunst te zijn
l'art pour l'art

A
neologisme
B
impressionisme
C
neo-romantiek
D
estheticisme

Slide 8 - Quizvraag

De schrijvers rond de Nieuwe Gids
A
domineesschrijvers
B
De generatie van 1910
C
De Tachtigers
D
expressionisten

Slide 9 - Quizvraag

een in onbruik geraakt woord
A
alliteratie
B
archaïsme
C
sonnet
D
neologisme

Slide 10 - Quizvraag

een nieuw verzonnen woord
A
neologisme
B
sonnet
C
archaïsme
D
alliteratie

Slide 11 - Quizvraag

een roman waarin de maatschappelijke positie van de hoofdpersoon centraal staat
A
zedenroman
B
psychologische roman
C
ontwikkelingsroman
D
sociale roman

Slide 12 - Quizvraag

herleving van de literatuur van de vroege negentiende eeuw
A
Dadaïsme
B
impressionisme
C
Neo-romantiek
D
Romantiek

Slide 13 - Quizvraag

Het zo objectief mogelijk de werkelijkheid weergeven in de kunst
A
realisme
B
fatalisme
C
impressionisme
D
expressionisme

Slide 14 - Quizvraag

Het weergeven van de indruk die de werkelijkheid op je maakt
A
expressionisme
B
impressionisme
C
realisme
D
sonnet

Slide 15 - Quizvraag

impressionistisch proza
A
vrij vers
B
sonnet
C
woordkunst/lyrisch proza
D
roman

Slide 16 - Quizvraag

stroming in de romankunst die een voorzetting was van het realisme
A
escapisme
B
naturalisme
C
expressionisme
D
impressionisme

Slide 17 - Quizvraag

vluchten uit de werkelijkheid
A
Neo-romantiek
B
impressionisme
C
escapisme
D
fatalisme

Slide 18 - Quizvraag

De organisatie waarvan alle kunstenaars in de oorlog lid moesten worden
A
DSP
B
Cobra
C
Kultuurkamer
D
De Nieuwe Gids

Slide 19 - Quizvraag

De Franse voortzetting van Dada
A
surrealisme
B
futurisme
C
constructivisme
D
Tachtigers

Slide 20 - Quizvraag

De gezamenlijke kunstrichtingen die ontstonden rond de Eerste Wereldoorlog
A
surrealisme
B
futurisme
C
constructivisme
D
modernisme

Slide 21 - Quizvraag

Een gedicht met een tekening dat op een los vel werd verspreid
A
vrij vers
B
sonnet
C
rijmprent
D
pamflet

Slide 22 - Quizvraag

een zin waarvan de delen onafhankelijk van elkaar zijn bedacht
A
vrij vers
B
klankgedicht
C
rijmprent
D
sonnet

Slide 23 - Quizvraag

gedichten die hun inhoud uitbeelden
A
rijmprent
B
concrete/visuele poëzie
C
sonnet
D
klankgedicht

Slide 24 - Quizvraag

gedichten in alledaagse spreekstijl
A
sonnet
B
concrete poëzie
C
rijmprent
D
parlandopoëzie

Slide 25 - Quizvraag

gedichten zonder rijm, metrum en strofen
A
vrij vers
B
sonnet
C
parlando poëzie
D
lyriek

Slide 26 - Quizvraag

Het Nederlandse tijdschrift van de nieuwe zakelijkheid ontstond
A
Forum
B
De Nieuwe Gids
C
De Gids
D
Bauhaus

Slide 27 - Quizvraag

Het Nederlandse tijdschrift van het constructivisme
A
De Nieuwe Gids
B
De Stijl
C
Forum
D
Bauhaus

Slide 28 - Quizvraag

Kunst die laat zien dat kunst maken niet zoveel voorstelt
A
dadaïsme
B
expressionisme
C
impressionisme
D
futurisme

Slide 29 - Quizvraag

Kunst waaruit alle realisme is verdwenen
A
impressionisme
B
ready-mades
C
abstracte kunst
D
dadaïsme

Slide 30 - Quizvraag

kunstwerken die helemaal niet door een kunstenaar gemaakt zijn
A
poésie pure
B
sonnetten
C
rijmprenten
D
ready-mades

Slide 31 - Quizvraag

niet de vorm maar de vent
A
impressionisme
B
ventisme
C
kubisme
D
individualistische poëzie

Slide 32 - Quizvraag

een synoniem voor de kunststroming modernisme
A
neologisme
B
futurisme
C
de generatie van 1910
D
avant-garde

Slide 33 - Quizvraag

poëzie die alleen een gevoel of sfeer wil oproepen
A
sonnetten
B
parlando poëzie
C
avant-gardistische poëzie
D
poëzie pure

Slide 34 - Quizvraag

Marsmans variant op het expressionisme
A
kubisme
B
constructivisme
C
futurisme
D
vitalisme

Slide 35 - Quizvraag

Wat is je score?
24-28 goed: prima gestudeerd
20-24 goed: voldoende gestudeerd, voor de toets nog even leren
15-20 goed: nog even flink oefenen voor de toets
0-15 goed: er is nog veel - nee, nog heel veel, te doen

Slide 36 - Tekstslide