Formuleren H2,4,5,6 herhaling

Vandaag
herhaling formuleren
maken oefentoets + antwoordmodel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
herhaling formuleren
maken oefentoets + antwoordmodel

Slide 1 - Tekstslide

doelen
verwijswoorden mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
verwijswoorden meervoud hen/hun/ze/zij
verwijswoord wat
verwijswoorden vz +wie en waar + vz

Slide 2 - Tekstslide

Oorlog zonder vrienden is het bekendste boek...... Evert Hartman heeft geschreven.
A
wat
B
dat
C
die
D
?

Slide 3 - Quizvraag

Het ergste...... ik ooit hebt gedaan, was in rotsspleten kruipen in de Ardennen.
A
dat
B
die
C
wat
D
?

Slide 4 - Quizvraag

Mijn oude woninkje....... gebouwd wordt in 1592, wordt gerestaureerd.
A
?
B
wat
C
die
D
dat

Slide 5 - Quizvraag

Datgene...... noodzakelijk is, moet zo snel mogelijk gebeuren.
A
dat
B
wat
C
?
D
die

Slide 6 - Quizvraag

Dat artikel over inbraken vind ik wel interessant, maar ......hier over de economie niet.
A
die
B
dat
C
deze
D
dit

Slide 7 - Quizvraag

De vereniging (v) heeft ...... leden opgeroepen voor de jaarvergadering
A
het
B
haar
C
zijn
D
?

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Meervoud
hen : na een voorzetsel en als het als lv wordt gebruikt.
hun: bezit en als het als mv wordt gebruikt.
ze : als het als onderwerp wordt gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide

........ hebben dat boek niet bij zich.
A
hen
B
hun
C
?
D
zij

Slide 11 - Quizvraag

Omdat Joep en Bo over iedereen roddelen, kan ik hen/hun niet vertrouwen.
A
hen
B
hun
C
?
D
?

Slide 12 - Quizvraag

Dat hebben … nooit in zo'n korte tijd kunnen doen.
A
hun
B
zij
C
?
D
hen

Slide 13 - Quizvraag

Je ouders hebben je gewaarschuwd waarom heb je niet naar ..... geluisterd?
A
?
B
?
C
hen
D
hun

Slide 14 - Quizvraag

Aan de Conincksweg hebben … nooit gewoond.
A
hen
B
hun
C
zij
D
?

Slide 15 - Quizvraag

Toen meneer de Hoogh op vakantie ...... buren tegenkwam, is hij meteen met ....... uit eten gegaan.
A
hun/hun
B
hen/hen
C
zijn/hen
D
hen/hun

Slide 16 - Quizvraag

p1b opdracht 10 min.
lezen theorie waar+ vz of vz + wie bl. 182
mk. in duo's opdracht 3
klassikaal bespreken

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Nu werken aan de oefentoets 
Let op:.
  • volgende week vrijdag pw formuleren H2,4,5,6

Slide 18 - Tekstslide