K2 Herhaling boek
Vul het juiste werkwoord in: He always ..... in the park during summer
A
sleep
B
sleap
C
sleeps
D
slepes
1 / 18
Onderdelen in deze les
Vul het juiste werkwoord in: He always ..... in the park during summer
A
sleep
B
sleap
C
sleeps
D
slepes
Slide 1 - Quizvraag
Geef de verleden tijd van: change
A
changd
B
changed
C
chunged
D
chung
Slide 2 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: gruwelijk
Slide 3 - Open vraag
Schrijf in het Nederlands: cardigan
Slide 4 - Open vraag
Is de zin goed of fout?: They goed to Europe on holiday
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands: lightning
A
verlichten
B
lichten
C
bliksem
D
liggen
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal naar het Engels: vochtig
A
feuchtig
B
wetty
C
humorid
D
humid
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal naar het Engels: eigenlijk
A
ownly
B
actually
C
igenley
D
maybe
Slide 8 - Quizvraag
Is deze zin goed of fout?: Watched you TV last night?
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal naar het Engels: korte broek
A
short brook
B
pants
C
shorties
D
shorts
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: bewolkt
Slide 11 - Open vraag
Vertaal naar het Nederlands: plenty
A
plenzen
B
plakken
C
meer dan genoeg
D
te weinig
Slide 12 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?: Did you do your homework?
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal naar het Engels: vertrek
A
departure
B
arrival
C
trip
D
abroad
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf in het Engels: spijt
Slide 15 - Open vraag
Schrijf in het Engels: helder
Slide 16 - Open vraag
Is de zin goed of fout?: He thaught about it for a long time.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?: Harold took the wrong tram this morning
A
Goed
B
Fout
