In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Inkomensverdeling
personeel en categoriaal
Slide 1 - Tekstslide
Soorten inkomens
Primaire inkomens
Iedereen die een productiefactor levert voor de productie ontvangt daarvoor een vergoeding.
Secundaire inkomens
De primaire inkomensverdeling gecorrigeerd door belastingen en sociale uitkeringen.
Tertiaire inkomens
Er wordt rekening gehouden met subsidies en prijsaanpassingen gerelateerd aan het inkomen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn de vier productiefactoren?
Slide 4 - Open vraag
Personele inkomensverdeling
Nationaal inkomen: het totale inkomen dat door de mensen in een land verdiend wordt door middel van het produceren van goederen en diensten.
Personele inkomensverdeling: de manier waarop dit inkomen verdeeld is over de bevolking.
Lorenzcurve
Slide 5 - Tekstslide
Personele inkomensverdeling
Hoe dikker de buik, hoe schever het inkomenis verdeeld in het land.
Nivellering: de inkomensverschillen worden in verhouding kleiner. (dichterbij de groene lijn)
Denivellering: de inkomensverschillen worden in verhouding groter. (verder van de groene lijn)
Slide 6 - Tekstslide
Hoe zorgt het Nederlandse systeem/ de overheid voor nivellering van inkomens?
Slide 7 - Open vraag
Personele inkomensverdeling
Inkomensherverdeling in de lorenzcurve:
- Rode lijn: primaire inkomens
- Blauwe lijn: secundaire inkomens
Slide 8 - Tekstslide
opdracht lorenzcurve
Het totale inkomen is € 500.000;
Er zijn 10 personen die dit inkomen verdelen: Ad heeft € 20.000, Bert € 100.000, Chris € 20.000, Dirk € 20.000, Ed € 125.000, Frans € 25.000, Gerard € 50.000, Henk € 75.000, Izaak € 25.000 en Johan € 40.000
Slide 9 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
Chris
Dirk
Frans
Izaak
Johan
Gerard
Henk
Bert
Ed
totalen
Slide 10 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
€20.000
Chris
€20.000
Dirk
€20.000
Frans
€25.000
Izaak
€25.000
Johan
€40.000
Gerard
€50.000
Henk
€75.000
Bert
€100.000
Ed
€125.000
totalen
€500.000
Slide 11 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
€20.000
10%
Chris
€20.000
10%
Dirk
€20.000
10%
Frans
€25.000
10%
Izaak
€25.000
10%
Johan
€40.000
10%
Gerard
€50.000
10%
Henk
€75.000
10%
Bert
€100.000
10%
Ed
€125.000
10%
totalen
€500.000
100%
Slide 12 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
€20.000
10%
4%
Chris
€20.000
10%
4%
Dirk
€20.000
10%
4%
Frans
€25.000
10%
5%
Izaak
€25.000
10%
5%
Johan
€40.000
10%
8%
Gerard
€50.000
10%
10%
Henk
€75.000
10%
15%
Bert
€100.000
10%
20%
Ed
€125.000
10%
25%
totalen
€500.000
100%
100%
Slide 13 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
€20.000
10%
4%
10%
Chris
€20.000
10%
4%
20%
Dirk
€20.000
10%
4%
30%
Frans
€25.000
10%
5%
40%
Izaak
€25.000
10%
5%
50%
Johan
€40.000
10%
8%
60%
Gerard
€50.000
10%
10%
70%
Henk
€75.000
10%
15%
80%
Bert
€100.000
10%
20%
90%
Ed
€125.000
10%
25%
100%
totalen
€500.000
100%
100%
Slide 14 - Tekstslide
Personen
inkomen (van 'arm' naar 'rijk')
percentage van het totaal aantal personen
percentage van het totale inkomen
cumulatief percentage van het totaal aantal personen
cumulatief percentage van het inkomen
Ad
€20.000
10%
4%
10%
4%
Chris
€20.000
10%
4%
20%
8%
Dirk
€20.000
10%
4%
30%
12%
Frans
€25.000
10%
5%
40%
17%
Izaak
€25.000
10%
5%
50%
22%
Johan
€40.000
10%
8%
60%
30%
Gerard
€50.000
10%
10%
70%
40%
Henk
€75.000
10%
15%
80%
55%
Bert
€100.000
10%
20%
90%
75%
Ed
€125.000
10%
25%
100%
100%
totalen
€500.000
100%
100%
Slide 15 - Tekstslide
Personele inkomensverdeling
Gini-coëfficiënt: dit getal zegt iets over Formule de scheefheid van de verdeling.
- Waarde is 0: dan is er geen oppervlakte A
- Waarde is 1: dan is de oppervlakte A gelijk aan de hele driehoek onder de gelijke inkomensverdeling
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel procent van het primaire inkomen wordt verdiend door de rijkste 20% van dit land?
Slide 17 - Open vraag
Categoriale inkomensverdeling
Categoriale inkomensverdeling: hoeveel procent van het totale inkomen wordt verdiend met de verschillende productiefactoren.
Produceren: het toevoegen van waarde aan de inkoopwaarde van de grondstoffen en hulpstoffen.
Toegevoegde waarde: is gelijk aan de omzet minus de inkoopwaarde van grondstoffen en hulpstoffen.
Slide 18 - Tekstslide
Categoriale inkomensverdeling
Het aandeel van de productiefactor arbeid:
- Voor bestedingen
- Voor nieuwe investeringen
Slide 19 - Tekstslide
Categoriale inkomensverdeling
Loonaandeel: het aandeel dat de productiefactor arbeid heeft in de totale productiefactoren.
Loonquote: hoeveel procent van het totaal verdiende inkomen naar de werknemers (in loondienst) gaat.
Arbeidsinkomenquote (aiq): je kijkt niet alleen naar hoeveel inkomen er naar de werknemers gaat, maar je houdt ook rekening met de zelfstandige ondernemers die arbeid leveren.