4.3 atomen als bouwstenen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeScheikundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stoffen bestaan uit
A
Fasen
B
Atomen
C
Atoommodel
D
Moleculen

Slide 6 - Quizvraag

Moleculen bestaan uit
A
Fasen
B
Atomen
C
Atoommodel
D
Moleculen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat een chemische reactie is

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een ontledingsreactie en een chemische reactie

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Benoem uit welke onderdelen een atoom bestaat en benoem welke deeltjes in deze onderdelen zitten.

Slide 16 - Open vraag

Helium heeft atoomnummer 2. Hoeveel protonen zitten er in de kern?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 17 - Quizvraag

Het massagetal is:
A
Het aantal protonen + neutronen in de kern
B
Het aantal protonen + neutronen in de schillen
C
Het aantal neutronen in de schillen
D
Het aantal elektronen in de schillen

Slide 18 - Quizvraag

Helium heeft atoomnummer 2. Hoeveel elektronen zitten er dan in de schillen?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 19 - Quizvraag

Protonen, neutronen en elektronen noemen wij sub-atomaire deeltjes. Niet elk sub-atomair deeltje heeft massa. Geef aan voor elk deeltje of het massa heeft of niet en hoe groot die massa is.

Slide 20 - Open vraag

Zowel u (unit) als g (gram) zijn eenheden voor massa. Waarom gebruiken we niet de eenheid gram voor het benoemen van de massa van een neutron/proton?

Slide 21 - Open vraag

Helium heeft atoomnummer 2 en massagetal 4. Hoeveel neutronen zitten er in de kern?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Waterstof (atoomnummer = 1) kan ook voorkomen als een atoom met 2 neutronen in de kern. Geef aan hoeveel protonen, neutronen en elektronen er in dit atoom zitten.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide