heuvels die ontstaan door de werking van ijstongen op het land.
verwering waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
PW bespreking H1
1. (4 punten)
De uitschurende werking van wind, water en ijs.
gebergte met weinig reliëf en lage toppen.
heuvels die ontstaan door de werking van ijstongen op het land.
verwering waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert.
Slide 1 - Tekstslide
PW bespreking H1
2. (4 punten)
mergel
grind
reliëf
infiltratie
delta
Slide 2 - Tekstslide
PW bespreking H1
3. (1pnt)
A3 B1 C4 D2
4. Waarom is antwoord A juist?
Waarom is antwoord B niet juist?
Slide 3 - Tekstslide
PW bespreking H1
5. Bonus
A: karstlandschap
B: stuwwal
6. AB (2 pnt)
Slide 4 - Tekstslide
PW bespreking H1
7. (2 pnt, bij 2 ft nog 1 pnt)
Erosie: AB EF
Verwering: CD
8. (2pnt)
Waarom is B het juiste antwoord?
Slide 5 - Tekstslide
PW bespreking H1
9. (2 pnt)
A
10 (2 pnt)
hoge, puntige toppen.
steile hellingen, diepe dalen.
Slide 6 - Tekstslide
PW bespreking H1
11. (2 pnt). Lees de vraag goed!
Waarom liggen de zwerfkeien ten noorden van de stuwwallen?
Het landijs kwam uit het noorden (Scandinavië). Er zaten zwerfstenen in en onder het ijs en de ijstong duwde de grond voor zich uit --> stuwwallen. De stuwwallen zijn gevormd op het zuidelijkste punt van de ijstong, de zwerfstenen bleven ten noorden daarvan liggen toen het ijs smolt.
Slide 7 - Tekstslide
PW bespreking H1
rode lijn: temperatuur
blauwe staafjes: neerslag per maand
Grafiek 2 is de juiste:
daar valt voldoende neerslag en er is
ook een lage temperatuur, zodat water
in spleten kan bevriezen en ontdooien
Slide 8 - Tekstslide
PW bespreking H1
13. (2 pnt)
nummer 1 t/m 5
14. (2 pnt)
nummer 1, in het noorden.
Slide 9 - Tekstslide
PW bespreking H1
15. (2 pnt)
Hoe minder infiltratie van regenwater in de bodem,
hoe meer water over de helling naar beneden stroomt,
dus hoe meer bodemerosie.
Òf:
Hoe meer infitratie, hoe natter de bodem is en hoe minder grond wegstroomt, dus bodemerosie.
Slide 10 - Tekstslide
16 (3 punten)
Er is een ringdijk (Zwanegatsedijk).
Er is een ringvaart (niet goed te zien, maar deze ligt altijd naast een ringdijk).
Het gebied is een polder, de Sint Anthonypolder.
Het gebied ligt lager dan Maasdam, nl. NAP - 1,1 m (en Maasdam NAP -0,6)
Er zijn rechte kavels met sloten ertussen.
Slide 11 - Tekstslide
PW bespreking H1
17 (2 punten)
Op plaats B. Dit is achter de duinenrij. Bij hoog water zal, zonder ingrijpen van de mens, het zeewater achter de duinen doordringen en daar blijven staan. Hierdoor zal een moeras vormen en uiteindelijk veen.
Slide 12 - Tekstslide
PW bespreking H1
Bonusvraag (2 pnt)
Stuwwallen, zwerfstenen en platgewalste rivierafzettingen zijn in de Saale ijstijd door de ijstongen in ons land ontstaan of achtergebleven. Smeltwaterdalen zijn na de ijstijd ontstaan toen de ijstongen gingen smelten.