Paragraaf 2 Conflictgebieden in de wereld

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

conflicten

Slide 2 - Woordweb

Vaak wordt geweld gebruikt om grondstoffen, land en water voor een kleine groep zeker te stellen. 
Zulk onrecht leidt tot gewapende conflicten. 

Slide 3 - Tekstslide

2 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog

Intern conflict 
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan een regionaal conflict worden 

Slide 4 - Tekstslide

Welke twee soorten gewapende conflicten zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Terrorisme = geweld voor politiek doel 
Criminelen = geweld voor financieel doel 

Slide 7 - Tekstslide

Regionalisme
Nationalisme
Als een volk sterk vasthoudt aan de eigen geschiedenis en cultuur.
Als een volk naar onafhankelijk-heid streeft. 

Slide 8 - Tekstslide

Grenzen trekken
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Etniciteit = Identiteit van een volk 


Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking

Slide 9 - Tekstslide

Begrip:
Regionalisme = Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur. 

Nationalisme = Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat. 
Voorbeeld:
Friesland 
Houdt sterk vast aan eigen geschiedenis en cultuur.


Algerijnse oorlog (1954-1962)
Bloedige strijd om onafhankelijkheid 

Slide 10 - Tekstslide

Seperatisme =

De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.



Voorbeeld:
Tsjetsjenië (los van Rusland)
Autonome regio =

Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen en politie. 

Voorbeeld:
Catalonië (Spanje) 

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Wat is de meest vergaande vorm van een volk om om te gaan met de eigen cultuur?
A
regionalisme
B
separatisme
C
nationalisme

Slide 13 - Quizvraag

Welke twee soorten gewapende conflicten zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met een volk en een staat?

Slide 15 - Open vraag

Wat is separatisme?

Slide 16 - Open vraag

0

Slide 17 - Video

Waar of niet waar?
De Belgen zijn één volk
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Syrië
In de afgelopen jaren zijn er zeer veel groepen militair actief geweest in Syrië: IS, de Koerden, de regeringstroepen, lokale rebellen. Daar bovenop begonnen de VS, Rusland, Turkije, de Arabische wereld en de VN zich er ook mee te bemoeien.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen oorzaak voor het conflict in Syrië?
A
Verschillen in geloof
B
Totalitair regime
C
Lage welvaart
D
Aanwezigheid van grondstoffen.

Slide 20 - Quizvraag

Problemen in het Midden-Oosten
De conflicten in het Midden-Oosten hebben diverse oorzaken. In het volgende filmpje wordt dit mede uitgelegd aan de hand van de oorspronkelijke situatie in Irak, waar de leider van de soennitische minderheid (Saddam Hoessein) werd verdreven.

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Is het achteraf gezien nu wel of geen goed idee geweest om Saddam Hoessein te verdrijven? Leg uit.

Slide 23 - Open vraag

Ontwikkeling van vrede in de wereld
In de volgende slides ga je filmpjes bekijken over de ontwikkeling van vrede en conflicten in de wereld.

Het betreft een Engels filmpje. 

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

0

Slide 26 - Video

IJSLAND
SYRIË
Ierland
Z-Sudan
Land waar de meeste vrede heerst
Land waar de meeste conflicten zijn

Slide 27 - Sleepvraag

Zuid-Sudan
Hoewel het conflict in Syrië wellicht nog groter is, is het conflict in Zuid-Sudan ook nog niet bepaald vriendelijk te noemen. Zie ook het bericht hiernaast.

Slide 28 - Tekstslide

Kindsoldaten
Helaas worden bij veel conflicten ook vaak kinderen ingezet. Dit leidt o.a. vaak tot zware trauma's bij deze kinderen.

.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom zouden er in conflicten juist vaak kinderen worden ingezet?

Slide 30 - Open vraag

0

Slide 31 - Video

Slide 32 - Link

Aan de slag met paragraaf 2
- lees de paragraaf nog een keer door. Begrijp je alles? Nee? Zoek het op in de powerpoint of vraag mij
- maak een samenvatting / mindmap van de paragraaf
- maak de verkorte opdrachtenroute 

-> lever de samenvatting/mindmap en de antwoorden van de vragen in via it's learning. Zie in de planner voor de data

Slide 33 - Tekstslide