week 22 aanwijzend vnw. + diagnóstico

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• diagnóstico
• pronombre demostrativo

Miércoles, 2 de junio

Objetivos para esta clase:

Aan het einde van deze les:

• Ken ik het aanwijzend vnw. in het Spaans en kan 

ik het gebruiken. 

• Ik heb tarea 2 afgerond en hierop gereflecteerd.

LEERDOELEN

Diagnóstico

20 minutos

Vul de reflectie van Tarea 1 en 2 in in je schrift.

Zie leerdoelen pág. 4

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

Een woord waarmee je iets aanwijst. In het Nederlands deze/dit of die/dat.

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans. 

aquí

ahí

allí

afstand 

tot 

spreker

enkelvoud

meervoud

mannelijk

vrouwelijk

este

ese

aquel

esta

esa

aquella

estos

esos

aquellos

estas

esas

aquellas

mannelijk

vrouwelijk

Afstand tot de spreker

Waar moet je op letten:

• Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Is dit vrouwelijk of meervoud, dan verandert het dus. Vb: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
• Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar), allí (daarginds, ver weg). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. 
• esto/eso/aquello gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijs. Het wordt dus algemeen gebruikt. ¿Qué es eso? Wat is dat?

Vamos a mirar juntos.

1. _________ libro aquí es mi libro.
2. _________ chica ahí es mi hermana.
3. _________ casas allí son muy bonitas.
4. ¿Quién es __________ hombre que está ahí?
5. Aquí tengo ___________ boligrafos. Son de Pepe. 

Vamos a jugar

module pág. 36

Los deberes

Leren: aanwijzend vnw.

maken: LA: pág. 53, ej. 5 y 6

HUISWERK

Woensdag 16 juni

SO over tarea 1 en 2