1 a Bijvoorbeeld: nieuw, dwaas, hoog, verwonderlijk, krap.
b Bijvoorbeeld: een nieuwe tas, een dwaze jongen, een hoge toren, een verwonderlijk boek, een
krappe bocht.
c Bijvoorbeeld:
Veel bijvoeglijke naamwoorden krijgen een e aan het eind, maar niet allemaal.
Bij dwaas en hoog schrijf je een a en een o minder.
Bij dwaas verandert de s in een z.
Bij krap krijg je een dubbele p.
2 a elektrische, beste
b grootste, krachtigste