Een kat is maar een kat
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat kan je vertellen over de hoofdpersonage? Welk beeld krijg je van de hoofdpersonage?
Slide 2 - Open vraag
Waar gaat dit verhaal nu eigenlijk over?
Slide 3 - Open vraag
Waar gaat dit verhaal nu eigenlijk echt over?
Slide 4 - Open vraag
Geef in maximaal vijf zinnen de gereconstrueerde (chronologische) geschiedenis van het verhaal.
Slide 5 - Open vraag
Leg beargumenteerd uit of r. 1-21 overbodig zijn of functioneel bij het verhaal horen.
Slide 6 - Open vraag
De setting van het verhaal is grotendeels het wegrestaurant. Leg uit of het wegrestaurant alleen decor is of echt tot de setting behoort.
Slide 7 - Open vraag
Leg beargumenteerd uit wat de functie van de twee flashbacks is.
Slide 8 - Open vraag
In r. 15-156 staat: 'Er is niemand meer die veertig centimeter naast mij kijkt.' Deze regels wijzen terug naar een eerdere tekstpassage? Welke tekstpassage?
Slide 9 - Open vraag
Waarom maakt de ik-figuur zich als dader bekend?
Slide 10 - Open vraag
8
Slide 11 - Open vraag
Straf of therapie?
Slide 12 - Open vraag
10
