H4_les12_perspectief_spanning

Goedemorgen H4E!
Pak vast je huiswerk erbij

Vragen bij de tekst 'De dierentuin' 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen H4E!
Pak vast je huiswerk erbij

Vragen bij de tekst 'De dierentuin' 

Slide 1 - Tekstslide

Regels in de klas
  • Begin van de les pak je je spullen/huiswerk
  • Telefoons in je broekzak/tas
  • Huiswerk gemaakt
  • Opgeladen laptop + spullen in orde

Slide 2 - Tekstslide

Verhaalanalyse
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke perspectieven er zijn in een verhaal
  • Kun je in een verhaal het perspectief benoemen
  • Kun je de open plekken uit een verhaal halen en ook de andere stijlmiddelen uit een verhaal halen

Slide 3 - Tekstslide

Planning deze les

  • nakijken huiswerk 'De dierentuin'
  • herhalen theorie (h8) handeling
  • theorie (h9) perspectief
  • theorie (h10) spanning
  • opdrachten
  • inzien toets werkwoordspelling 

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken 'De dierentuin' 
  1. Pas de volgende begrippen toe op dit verhaal: hoofdpersoon, doel, helper, tegenstander.
  2. Geef een beargumenteerd oordeel over de oppasser. Vind je hem een held, een roekeloze waaghals, iemand zonder moraal, een echte dierenvriend of heb je een andere visie? Leg je antwoord uit.
  3. Hoe is de verhouding tussen vertelde tijd en verteltijd in deze tekst te typeren: vooral vertraging of versnelling?
  4. Beschrijf de ruimte van het verhaal?
  5. In r. 56 staat ‘Zo was het gekomen. Zo was hij ertoe gekomen.’ Deze zinnen vormen een open plek: waar is de oppasser toe gekomen? Geef in maximaal 15 woorden de invulling van deze open plek.
  6. In r. 85-86 staat ‘In werkelijkheid dacht hij aan de twee kogels in het vlees van de dode.’ Deze regels verwijzen naar een eerdere passage. Citeer het zinsgedeelte waarnaar terugverwezen wordt.
  7. Leg beargumenteerd uit of ‘De dierentuin’ een open of gesloten einde heeft.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten einde?

Slide 6 - Open vraag

Handeling (1)
open einde: je weet niet precies hoe het afloopt
gesloten einde: het is duidelijk hoe het afloopt

Slide 7 - Tekstslide

In het verhaal 'Een nagelaten bekentenis' van Marcellus Emants lezen we in het begin van het boek dat de vrouw van het hoofdpersonage dood is en dat hij haar heeft begraven...


Hoe noemen we deze manier om een verhaal te beginnen?
A
in medias res
B
ab ovo
C
post rem

Slide 8 - Quizvraag

Handeling (2)
  • ab ovo: vanaf het begin (letterlijk: vanaf het ei)
  • in medias res: midden in het verhaal
  • post rem: begin bij het einde


Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe theorie
h9 perspectief

Slide 10 - Tekstslide

Welk drie perspectieven zijn er?

Slide 11 - Woordweb

Wat is het perspectief?

Hij keek op zijn lichtgevend horloge, dat aan een spijker hing. ‘Kwart voor zes,’ mompelde hij, ‘het is nog nacht.’ Hij wreef zich in het gezicht. ‘Wat een ellendige droom,’ dacht hij. ‘Waar ging het over?’ Langzaam kon hij zich de inhoud te binnen brengen. Hij had gedroomd, dat de huiskamer vol bezoek was. ‘Het wordt dit weekeind goed weer,’ zei iemand. 
A
Ik
B
Personaal (hij/zij)
C
Auctoriaal (alwetend)

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het perspectief?

"Anton woonde in het tweede huis van links: dat met het rieten dak. Het heette al zo toen zijn ouders het kort voor de oorlog huurden; zijn vader had het eer der ‘Eleutheria’ genoemd of iets dergelijks, maar dan geschreven in griekse letters. Ook al voordat de catastrofe plaatsvond, had Anton de naam ‘Buitenrust’ niet opgevat als de rust van het buitenzijn, maar als iets dat buiten de rust was."
A
Ik
B
Personaal (hij/zij)
C
Auctoriaal (alwetend)

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het perspectief?

"De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet arm. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar armer was ik niet. Dat weet ik. Er is een moment geweest waarop ik het merkte. Dat herinner ik me als de dag van gisteren."
A
Ik-perspectief
B
Personaal (hij/zij)
C
Auctoriaal (alwetend)

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Spanning in een verhaal

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kan een verhaal spannend worden gemaakt?

Slide 17 - Woordweb

Spanning (1)
Wordt beïnvloed door:
- tijd
- ruimte
- vertelwijze

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Welke vragen komen er in je op naar aanleiding van dit fragment?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke vragen komen er in je op naar aanleiding van dit fragment?

Slide 21 - Open vraag

Vragen
  1. Wat is hier aan de hand?
  2. Wat is de belangrijkste open plek?
  3. Wordt die ingevuld?
  4. Wat voor een einde heeft dit fragment?
"Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind kon ze zo doen beven. Ik liep terug en voegde mij bij de patrouille. Was het werkelijk Oeroeg? Ik weet het niet en zal het nooit weten. Ik heb zelf het vermogen verloren hem te herkennen."
Uit: Hella Haasse, Oeroeg

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Lees van het iBook H11 t/m H16 door

Deze week: 'De aanslag' deel II en III uitlezen

Slide 23 - Tekstslide