Toets VWO 5 - T5 Planten

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Oefenen Examenvragen Planten

• Werken in groepjes van 3-4 - overleg met elkaar!
• Per groepje logt 1x iemand in in LessonUp
• Jullie mogen het leerboek gebruiken
• 10 vragen : max 3 minuten per vraag nadenken - 1 minuut antwoord uitleg

Examenvragen Planten

De toets bestaat uit 10 vragen. Je krijgt er 30 minuten voor.

Bij een open vraag typ je het antwoord in het antwoordvak. Daarna klik je op bewaren. Je kunt het later nog wel wijzigen, dan moet je weer op bewaren klikken.

Bij een meerkeuzevraag klik je op het antwoord van jouw keuze.

Je kunt altijd terug naar een vorige slide.

Als je klaar bent, klikje op het kruisje rechts onderin. Je komt dan weer in het startscherm van de toes. Klik daar op 'lever in" (rechts boven). ALs je dat niet doet, zie ik geen antwoorden van je!

Aan het eind van de sessie sluit ik de toets. Al je antwoorden worden dan automatisch opgeslagen en kun je niets meer veranderen.

Succes!

1. Wortel van een plant

In de toppen van stengels en wortels zit meristeem. Dit is groeiweefsel waarin celdeling plaatsvindt. Een plant kan groeien door celstrekking van pas gevormde cellen.

Van een kiemende boon wordt de wortel met streepjes gemarkeerd, zoals in de afbeelding is aangegeven. De streepjes zijn genummerd. Na enige dagen van groei wordt de jonge wortel van de boon opnieuw bekeken. Er is dan een verandering in de onderlinge afstand van de streepjes opgetreden.

Vraag 1: Tussen welke streepjes zal een grotere afstand zijn gekomen na enige dagen groei?

1. Vooral tussen 1 en 2
2. Vooral tussen 2 en 3
3. Vooral tussen 3 en 4
4. Vooral tussen 4 en 5

2. Voortplanting

Aan een bonenplant hangen twintig peulen. In de peulen zitten gemiddeld 6 zaden.

Vraag 2: Hoeveel stuifmeelkorrels en hoeveel vruchtbeginsels zijn hiervoor totaal nodig geweest?

1. 20 stuifmeelkorrel 20 vruchtbeginsels
2. 20 stuifmeelkorrel 120 vruchtbeginsels
3. 120 stuifmeelkorrel 20 vruchtbeginsels
4. 120 stuifmeelkorrel 120 vruchtbeginsels

3. Een bebladerde tak

Jan Jozef blaast langs een bebladerde tak, in de proefopstelling zoals in de afbeelding aangegeven, gedurende 5 minuten lucht van 15 ºC en met een relatieve vochtigheid van 60%. De proefopstelling staat in het licht.

Vraag 3: Wat gebeurt er met het luchtbelletje dat zich in het capillair in de nulstand bevindt?

1. Dit gaat naar 1; het zou nog verder zijn gegaan als de lucht warmer en minder vochtig was geweest.
2. B. Dit gaat naar 2; het zou nog verder zijn gegaan als de lucht warmer en minder vochtig was geweest.
3. C. Dit gaat naar 1; het zou nog verder zijn gegaan als de lucht kouder en vochtiger was geweest.
4. D. Dit gaat naar 2; het zou nog verder zijn gegaan als de lucht kouder en vochtiger was geweest.

4. Ringwondproef

Aan een appelboom zitten twee takken boven elkaar. Aan elke tak hangt een kleine appel. Boven in de boom zitten bladeren, bij de appels zelf en daaronder niet.

Men snijdt nu tussen de twee takken de stam in tot op het hout en verwijdert zo een ringvormige rand van de stam weg. Nu onderzoekt men hoe de ontwikkeling van de appels. Het blijkt dat de appel boven de wond groter wordt dan normaal en de appel onder de wond klein blijft en niet meer doorgroeit.

5. Huidmondjes

De gebeurtenissen die zich in een huidmondje afspelen bij belichting kan men in een schema onderbrengen 

Vraag 5: Wat moet er op de genummerde plaatsen worden ingevuld om dat schema compleet te maken? Kies uit:
1: wordt hoger of wordt lager
2: neemt af - neemt toe
3: dicht - open

6. Auxine

Hormonen verzorgen de communicatie tussen cellen. Het bekendste plantenhormoon is auxine. Auxine beïnvloedt onder meer de lengtegroei van stengels. Auxine is zelf lichtgevoelig. Het wordt afgebroken door licht.

Vraag 7: Leg hiermee uit hoe het komt dat een plant positief fototroop is

Auxine is zelf lichtgevoelig. Het wordt afgebroken door licht.
Vraag 7: Leg hiermee uit hoe het komt dat een plant positief fototroop is

7. Mitochondriën in een wortel

Hieronder staan vier verschillende structuren in een wortel genoemd:

1. houtvat
2. endodermis
3. merg
4. epidermis

Vraag 7: Leg uit in welk van deze delen een levende cel de meeste mitochondriën zal hebben

Vraag 7: Leg uit in welk van deze delen een levende cel de meeste mitochondriën zal hebben

8. Kurk

Aan de buitenzijde van een tak van een bepaalde boom in een bos in een gematigd klimaat bevindt zich kurk. Kurk beschermt de tak onder andere tegen uitdroging. Jaarlijks wordt een laag kurk op de tak gevormd vanuit het kurkcambium. In de afbeelding is een microscopisch preparaat van een deel van de tak getekend naar de situatie van december 2013.

Vraag 8: In welk jaar is kurklaag p gevormd?

Vraag 8: In welk jaar is kurklaag p gevormd?

9. Enten

Enten is een techniek die vaak wordt toegepast bij fruitbomen. In de  afbeelding is het enten weergegeven van een tak met zoete kersen (2) op een onderstam van een boom met zure kersen (1).

De ent groeit goed op de onderstam. De ent vormt bloemen en daarna kersen.
Vraag 9: Leg uit of de kersen zoet, zuur of zoetzuur zullen smaken

10. Waterpotentiaal

De formule voor de waterpotentiaal is:  Ψw = Ψs + Ψp

De waterpotentiaal van zuiver water is 0.

Stel dat we een cel met een waterpotentiaal van -1mPa die geen turgor heeft in zuiver water leggen.

Vraag 10: Wat gebeurt er dan na enige tijd met Ψs en met Ψp in die cel?

Vraag 10: Wat gebeurt er dan na enige tijd met Ψs en met Ψp in die cel?

Oefen Examenvragen op biologiepagina.nl !!

https://biologiepagina.nl/ExamenVWO/Planten/examenplanten.htm

Vraag 4: Geef een verklaring voor deze resultaten