Kap. 1 - oefenen SO 2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute
- Oefenen voor het SO.
- Blooket check.
- Werkblad voor het SO > voor de lln die dit nog niet hebben gedaan.
- Leren of verder werken.

Doel:
- Je weet wat je kunt verwachten tijdens het so
- Je kunt haben/sein vervoegen & je kan de woorden vertalen

Slide 2 - Tekstslide

haben und sein
 in.

Slide 3 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
haben -> uitzondering
hab
ha
ha

hab
hab
hab

Slide 4 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
bin
bist
ist

sind
seid
sind
sein -> uitzondering

Slide 5 - Tekstslide

Haben & sein = onregelmatig. 
Het is dus niet volgens een vaste regel.
Je zult dit moeten leren. 

Tip: luister de liedjes en schrijf het schema mee. Schrijf het meteen op als je mag starten met het so. 

Slide 6 - Tekstslide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 7 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
ist
seid
bin
bist
sind
sind

Slide 8 - Sleepvraag

haben
Vul op de gele pagina's de juiste vorm van het werkwoord haben in.

Slide 9 - Tekstslide

(haben) .......... du die Hausaufgaben gemacht?
A
hat
B
habe
C
habt
D
hast

Slide 10 - Quizvraag

Er _______ (haben) nicht gut zugehört.
A
habst
B
hat
C
haben
D
hast

Slide 11 - Quizvraag

Wir……….. heute Deutsch! (haben)
A
haben
B
hast
C
hat
D
habt

Slide 12 - Quizvraag

... sie Geschwister?
A
Haben
B
Hast
C
Habt
D
Hat

Slide 13 - Quizvraag

Ich ........... für heute zwei Kinokarten. (haben)
A
haben
B
habe
C
hat
D
hast

Slide 14 - Quizvraag

Peter ..... gestern mit seinem Hund einen Spaziergang gemacht. (haben)
A
habe
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 15 - Quizvraag

sein
Vul op de rode pagina's de juiste vorm van het werkwoord sein in.

Slide 16 - Tekstslide

Wer ……. du? (sein)
A
sein
B
bist
C
bin
D
ist

Slide 17 - Quizvraag

.............. er verliebt? (sein)
A
sein
B
sind
C
ist
D
bist

Slide 18 - Quizvraag

Tobi ..... krank (sein)
A
bist
B
sind
C
ist
D
bin

Slide 19 - Quizvraag

Wie alt..........sie?
A
ist
B
sein
C
sind
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

Lena, wo ......... du denn? (sein)
A
ist
B
bin
C
sind
D
bist

Slide 21 - Quizvraag

Lernliste BK

Slide 22 - Tekstslide

fehlen
A
ontbreken
B
fout gemaakt
C
aantallen
D
missen

Slide 23 - Quizvraag

manche
A
mandje
B
populair
C
sommige
D
bijna

Slide 24 - Quizvraag

ordentlich
A
beleefd
B
rustig
C
netjes
D
ochtendlicht

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal: einkaufen

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: draußen

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: der Baum

Slide 28 - Open vraag

lieben
A
verliefd
B
liefde
C
hart
D
houden van

Slide 29 - Quizvraag

Vertaal: de boederij

Slide 30 - Open vraag

Vertaal: het flatgebouw

Slide 31 - Open vraag

Vertaal: het rijtjeshuis

Slide 32 - Open vraag

Let op!

Slide 33 - Tekstslide

Hoe goed ken je het op dit moment?
Ik ken alles
Woordjes ken ik, de grammatica nog niet
Ik ken alles een beetje
Ik ken niks

Slide 34 - Poll

Und jetzt?
- Werkblad maken over haben/sein.    Klaar? nakijkblad bij mij ophalen. 

- BK 2.2: opdr. 1 (woorden van kap.1, kijk in Lernbox), 4, 5, 6, 8
- Mavo 2.2: verder afmaken. Opdr 1 kun je spieken in de Lernbox van Kap.1.

- Ben je helemaal klaar met alles? Dan ga je leren voor het so. Kan met Blooket (link Magister), Online methode > Kapitel 1 > Lektion aanklikken en dan onderaan de flitskaarten.

Slide 35 - Tekstslide