Gehaktbal sperziebonen

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Startklaar 

•    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
  

       Ruim je tas en jas op bij de kapstok

       Pak een koksbuis en haarnetje

       Alles gedaan, ga je zitten

• PAK EEN PEN

      

Afspraken

• Jullie laten mij uitpraten
  
• We zorgen voor een veilige werkomgeving
• Je doet serieus mee
  
• We schelden niet
• Telefoons in je zakkie / tas of kwijt
• Laat maar zien dat je ze wegstopt

Regels in de nieuwe keuken

• We gaan heel voorzichtig met spullen om
• We laten het heel schoon achter

 Agenda

• Leerdoelen
• Theorie
• Gehaktbal, sperziebonen en aardappel
• Schoonmaken
• Afsluiten 

Wat hebben we vorige les gedaan?

Theorie 

• HoReCa 

Wat weten we nog van de vorige les?

Leerdoelen vorige les

• Ik kan minimaal 4 soorten deegwaren benoemen.
  
• Ik kan verschillende soorten deegwaren bereiden volgens recept.

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik me moet voorbereiden voor het examen.
• Ik kan per dier 3 voorbeelden van vlees noemen.

Wat weten jullie van het examen?

Examen

Broodje maken

• Maken, uitserveren en presenteren

Examen

Uitserveren

• Hoe doen we dit ook alweer?
• Denk na en bespreek daarna met je buurman

Examen

Uitserveren oefenen

• Zet rechts in 
• Leg uit wat er op het bord ligt
• Wees beleefd en enthousiast

Gehaktbal

Theorie

Vlees= alle eetbare delen van een dier

• Bestaat voor een groot deel uit eiwitten
• Soms vet

Rundvlees

• Gehakt= gemalen rundvlees
• Saucijzen= gemalen vlees in een kunstdarm
• Runderhaas= malste stukje vlees van het rund
  --> weinig vet

Varkensvlees

• Schnitzel= gepaneerd vlees
• Speklap= buik van het varken
  --> veel vet
• Varkenshaas= fijnste stuk vlees van het varken
  --> weinig vet

Bereiden van vlees

Sauteren= het bakken van producten op hoge temperatuur in een koekenpan

• Pan verwarmen daarna past olie of boter toevoegen
  --> mooie bruine kleur + korst
• Na het bakken even rusten --> voorkomt vochtverlies

Bereiden van vlees

Grillen= BBQ of grillpan

knapperige korst en grillmotief in de korst

Geen olie toevoegen, hierdoor gaat het roken

Bereiden van vlees

Braden in de oven

in combinatie met sauteren

Vaak grote stukken vlees

--> Eerst de buitenkant kleur geven

--> Daarna in de oven verder garen

Vaktaal

Mals

sauteren

Beetgaar

Restaurant waardig

Schrijf dit nu op je Cornell

blad wat het is

• Rundvlees - noem vleesdelen
• Varkensvlees - noem vleesdelen
• Gehakt
• Sauteren
• Restaurant waardig

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

• Water koken = 9
• Bakken = 7
• Soep zacht koken / warm houden = 3

Instructie oven

Gereedschappen

Voorbereiding

• Zorg dat je startklaar bent voor de praktijk.
• Handen gewassen
• Haarnetje 
• Sopje

Materialen

2 bekken

Steelpan

Koekenpan

Eetlepel

Koksmes

Schilmes

Schuimspaan

Ingredienten

50 gram gehakt

nootmuskaat

1 eetlepel paneermeel

1 aardappel

80 gram sperziebonen

25 gram boter (aardappel)

30 gram boter (gehaktbal)

Stap 1

Schil de aardappel en snijd in grote blokken van 1,5 cm

Stap 2

• Kook de aardappel 5 minuten in de steelpan

• Schep de aardappel uit het water met de schuimspaan en laat afkoelen op papier

Stap 3

Meng in het bekken:

• gehakt
• kruiden
• 1 eetlepel ei
• 1 eetlepel paneermeel

Draai er een gehaktbal van

Stap 4

Laat 30 gram boter smelten in de koekenpan

Sauteer de gehaktbal aan alle kanten

Stap 5

Verwijder de topjes van de sperziebonen

Kook de sperzieboon in 8 minuten beetgaar

Stap 6

Smelt de boter in de koekenpan

Bak de aardappels in 5 minuten goudbruin

Stap 7

Serveer alles mooi op 1 bord

Let op!

• Randen schoon
• Garnering...
• Restaurant waardig?

Stap 8

• Kom het nu aan mij laten zien en leg uit wat je gemaakt hebt!
• Daarna presenteren aan een andere docent

Instructie

Afwassen:

1.  Eten weg
2. Voorspoelen
3. Afwassen
4. Naspoelen 
5. Drogen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Extra voor wie klaar is

• Doeken neerleggen
• Laatjes controleren
• Even lokaal vegen
• Volgende les klaarzetten

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Taken einde van de les

• Vloer vegen                 Evt dweilen
• Kruidenkar
• Oven schoonmaken
• Afweegwerkbank
• Afdekken + stickeren
• Werkbank controle
• Schone doeken neerleggen

Extra: Gerecht uit je cultuur

• Schrijf een gerecht uit jouw cultuur op
• Hiervan bekijken we een YouTube filmpje
• Schrijf zo veel mogelijk ingrediënten op die je ziet

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Leerdoelen

• Ik kan minimaal 4 soorten deegwaren benoemen.
  
• Ik kan verschillende soorten deegwaren bereiden volgens recept.

Schrijf nu op

• Wat was nog niet duidelijk?
• Wat wil je nog weten?

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.