Ineffectieve coping:
1*: onvermogen om stressoren op waarde te kunnen schatten
2*: Onvermogen om hulpbronnen te gebruiken
3*: afhankelijk, gevoel van angst, dwanghandeligen
Machteloosheid:
1*: niet zelf uit een depressie weten te komen, neerwaartse spiraal
2*: te kritisch zijn naar jezelf, te veel aanpassen aan anderen
3*: acties hebben niet of nauwelijks invloed, geen grip op situatie of gebeurtenis hebben
Sociaal isolement:
1*: ervaren van negativiiteit dat als bedriegend wordt ervaren
2*: -
3*: een gevoel van alleen zijn dat gevoelsmatig is opgelegd door anderen
Zelfredzamheidstekort:
1*: lichamelijke klachten/beperkingen, psychische factoren
2*: lichamelijke klachten/beperkingen, psychische factoren
3*: Verminderd vermogen om dagelijkse activiteiten zelfstandig uit te voeren