quiz signaalwoorden Duits
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
immerhin
A
toch
B
in ieder geval
Slide 2 - Quizvraag
allerdings
A
toch
B
echter
Slide 3 - Quizvraag
nicht nur ....sondern auch
Slide 4 - Open vraag
während
A
terwijl
B
wachtend op
Slide 5 - Quizvraag
entweder .......oder
A
noch...noch
B
of...of
Slide 6 - Quizvraag
jedenfalls
Slide 7 - Open vraag
daher
A
daar vandaan
B
daarom
Slide 8 - Quizvraag
zusätzlich
Slide 9 - Open vraag
außerdem
A
bovendien
B
daarnaast
Slide 10 - Quizvraag
zumal
A
daar komt bij
B
vooral, omdat
Slide 11 - Quizvraag
Erläuterung
A
toelichting
B
conclusie
Slide 12 - Quizvraag
Einräumung
A
beperking
B
toegeving
Slide 13 - Quizvraag
widerlegung
A
weerlegging
B
tegenspraak
Slide 14 - Quizvraag
ersetzen
A
beweren
B
vervangen
Slide 15 - Quizvraag
künftig
A
de aankomst
B
in de toekomst
Slide 16 - Quizvraag
enttäuscht
A
teleurgesteld
B
verbaasd
Slide 17 - Quizvraag
die Begeisterung
A
het enthousiasme
B
de verbazing
Slide 18 - Quizvraag
das Ergebnis
A
het resultaat
B
de bekentenis
Slide 19 - Quizvraag
prägen
A
publiceren
B
beinvloeden
