De stomme e (3)

De stomme e (3)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

De stomme e (3)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan 6 woorden schrijven die je uitspreekt met een stomme e.

Slide 2 - Tekstslide


Maarja... wat is een stomme e?
En hoe spel je deze?

Slide 3 - Tekstslide

hoor je .......

/un/, /ur/, /ul/, /um/ of /u/ 

aan het eind van een woord?
Dan schrijf je en, er, el, em of e.
Je hoort /u/, maar je schrijft e. 

Die letter e heet: stomme e.

Voorbeeld

Dieren (un)
Beter (ur)
Spiegel (ul)
Bliksem (um)
Groente (u)



Slide 4 - Tekstslide

Hoor je
 /bu/, /gu/ of /vur/ 
aan het begin van een woord?


Dan schrijf be, ge of ver.
Je hoort /u/, maar je schrijft e. 
Die letter e heet: stomme e.

Slide 5 - Tekstslide

Staat een stomme e aan het eind van een klankgroep?

Dan schrijf je daarna geen dubbele medeklinker.
Meloen (mulloen)
elleboog (elluboog)

Slide 6 - Tekstslide

Je hoort

Gubit

maar je schrijft 

Gebit

Slide 7 - Tekstslide

Je hoort

Vurdriet

maar je schrijft 

Verdriet

Slide 8 - Tekstslide

Je hoort

buhang

maar je schrijft 

Behang

Slide 9 - Tekstslide

Je hoort

Jongun

maar je schrijft 

Jongen

Slide 10 - Tekstslide

Je hoort

Pleistur

maar je schrijft 

Pleister

Slide 11 - Tekstslide

Je hoort

Taful

maar je schrijft 

Tafel

Slide 12 - Tekstslide

bladzijde 54

Slide 13 - Tekstslide

Tekstbalonnen
1. Ik heb mijn sleutels op de ........................................... laten liggen.
2. Niels stuurde me net een lief ............................................................
3. Wil je een ................................................. op mijn wondje plakken?
4. Ik ben ...............................................kwijt, dus ik kon mijn haar van morgen niet kammen.
5. Wat heb jij veel ................................... op  je boterham gesmeerd!

Slide 14 - Tekstslide

Maak bladzijde 52, 53 en 55.

Slide 15 - Tekstslide