anatomie 481/482

anatomie 481/482
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

anatomie 481/482

Slide 1 - Tekstslide

hoeveel TYPEN (of soorten) zenuwcellen heeft ons zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 2 - Quizvraag

en welke hoort daar dan NIET bij?
A
sensorische zenuwcel
B
gemengde zenuwcel
C
motorische zenuwcel
D
schakel-zenuwcel

Slide 3 - Quizvraag

hersenstam en ruggenmerg horen bij:
A
het centraal zenuwstelsel (CZS)
B
het perifeer zenuwstelsel
C
hersenstam bij het CZS ruggenmerg bij perifeer zenuwstelsel
D
ruggenmerg bij het CZS hersenstam bij perifeer zenuwstelsel

Slide 4 - Quizvraag

wat is dit?

Slide 5 - Tekstslide

wat was dat?
A
een kerstboom
B
een spar
C
een den
D
oh denneboom!

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

de juiste volgorde bij een reflex is:
A
motorisch- ruggenmerg-sensorisch
B
motorisch- hersenstam-sensorisch
C
sensorisch-hersenstam-motorisch
D
sensorisch-ruggenmerg-motorisch

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

liquor is:
A
hersen- en ruggenmergvocht
B
sterke drank
C
hersenvocht
D
een hersenvlies

Slide 10 - Quizvraag

de bloedvoorziening in de hersenen in de vorm van een cirkel heet:
A
Rotonde van Willis
B
Cirkel van Willis
C
Cirkel van Willens
D
Het Rondje van Willis

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

hoeveel hersenvliezen zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag


hoe heet het buitenste vlies?
A
zachte hersenvlies
B
harde hersenvlies
C
spinnenwebvlies
D
binnenste hersenvlies

Slide 14 - Quizvraag

en het middelste?
A
zachte hersenvlies
B
harde hersenvlies
C
spinnenwebvlies
D
buitenste hersenvlies

Slide 15 - Quizvraag

wat hoort NIET bij het CZS?
A
hersenstam en beenzenuw
B
ruggenmerg en kleine hersenen
C
beenzenuw en armzenuw
D
beenzenuw en kleine hersenen

Slide 16 - Quizvraag

hoeveel PAAR ruggenmergzenuwen heeft een mens?
A
27
B
29
C
30
D
31

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

wat is dat?
A
een hert
B
een eland
C
een rendier
D
een bison

Slide 19 - Quizvraag