Verlies en Rouw

Verlies 
en 
Rouwverwerking
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verlies 
en 
Rouwverwerking

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen 
  • Wat is rouw,
  • Rouwreacties,
  • Fasen van rouw,
  • Rouwtaken,
  • Interventies bij rouw.

Slide 3 - Tekstslide

Omschrijf kort in je eigen woorden wat rouw voor jou is?

Slide 4 - Open vraag

Definities van rouw
  • Rouwen is jouw proces om jezelf aan te passen aan die totaal veranderde situatie. 
  • Het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand dierbaars.
  • Een combinatie van emotionele, mentale, lichamelijke, spirituele en gedragsmatige reacties op verlies  

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken bepalend voor rouwreacties

  • de relatie met de overledene.
  • de leeftijd van de overledene.
  • geslacht van de rouwende.
  • de vooraf bestaande lichamelijke en geestelijke toestand van de rouwende (zelf ziek zijn, mentale sterkte, etc.)

Slide 6 - Tekstslide

Rouw ondersteuning
We rouwen allemaal op onze eigen manier.
Om goed aan te kunnen sluiten en de ander te begeleiden is het goed om de ander te kennen, meer over diegene te weten.
Bijvoorbeeld is iemand een prater of juist niet.

Slide 7 - Tekstslide

Kubler Ross model
Elisabeth Kübler-Ross onderscheidde in het rouwproces 5 fasen. Ze beschouwde rouw echter niet als een lineair proces, dat iedereen stap voor stap doorloopt. 
Bij iedereen verloopt het rouwproces anders. Sommige mensen slaan fasen over. Anderen blijven lang in één fase hangen of hernemen een eerdere fase. Ook verlieservaringen uit het verleden bepalen mee hoe iemand vandaag omgaat met rouw.


Slide 8 - Tekstslide

Fasen Kubler Ross
• Ontkenning; Een afweermechanisme dat in werking wordt gesteld als een naaste is overleden of als het bericht ziek te zijn te schokkend is. Door het te ontkennen, worden te heftige emoties niet toegelaten.

• Boosheid; Na het horen van het slechte nieuws of na het overlijden van een naaste kan er boosheid ontstaan. Bijvoorbeeld op de behandelend arts, op God of op zichzelf.








Slide 9 - Tekstslide

• Marchanderen; In deze fase proberen mensen er alles aan te doen om de werkelijkheid ongedaan te maken. Er kunnen gevoelens van schuld ontstaan. In deze fase klampen mensen zich soms ook vast aan zaken die hoop geven en maken ze met zichzelf afspraken: als ik … doe, dan wordt het beter.
• Depressie; De werkelijkheid dringt steeds meer door. Er kan niets meer veranderd worden aan de huidige situatie. Dit kan depressieve gevoelens met zich meebrengen.

Slide 10 - Tekstslide

• Aanvaarding; Het verlies accepteren en het proberen een plekje te geven. Rouw is als een golf, die de cliënt heen en weer slingert. Afweer, afscheid en acceptatie
• Afweer; Dit is het ontkennen van de werkelijkheid. Met afweer houd je pijn buiten het bewustzijn. Het is  een beschermingsmechanisme om ervoor te zorgen dat de fysieke en emotionele pijn niet in alle hevigheid binnen komt. Je kunt zien dat cliënten verdoofd zijn, de situatie ontkennen, zoeken naar antwoorden, marchanderen, protesteren en zichzelf soms afzonderen.

Slide 11 - Tekstslide

• Afscheid; De werkelijkheid dringt langzaam door. Je beseft dat je afscheid moet nemen. De cliënt neemt in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier afscheid. Dit kan zijn door het uiten van pijn, verdriet, boosheid. Soms gaat een cliënt zich anders gedragen of probeert hij alles cognitief te beredeneren.
• acceptatie Het verlies een plek geven in het leven. De reacties die kunnen optreden bij rouw lopen volgens dit model door elkaar heen. Rouw herkennen in de beroepspraktijk.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

opdracht In tweetallen
Casus:
Mevrouw Alaoui begrijpt niet goed dat haar man zo ziek is. Gisteren heeft ze een uitgebreid gesprek gehad met de huisarts. Die heeft haar uitgelegd dat meneer waarschijnlijk gaat overlijden. Dit drong niet goed tot haar door. De huisarts heeft in het cliëntendossier opgeschreven dat de zorg extra aandacht aan mevrouw moet schenken. Hij vond het opvallend dat mevrouw tijdens het gesprek maar bleef vragen wanneer de behandeling aan zou gaan slaan. Als de volgende dag een zorgverlener bij de familie komt, zegt mevrouw opgewekt dat hey afweer iets beter gaat met haar man. 
Mevrouw zit in een rouwproces, omdat ze haar man waarschijnlijk binnenkort gaat verliezen

Slide 14 - Tekstslide

vervolg
Pak de 5 fasen van rouw erbij. 
Geef aan in welke fase van rouw mevrouw zit.
Beschrijf de kenmerken van deze fase van rouw en hoe jij die herkent
Benoem de drie mogelijke ondersteuningsbehoeften in deze fase van rouw
Geef advies voor de begeleiding van mevrouw. Noem daarin voor iedere ondersteuningsbehoefte een tip voor de begeleiding.
Beschrijf welke fase van rouw mevrouw waarschijnlijk nog gaat doormaken

Slide 15 - Tekstslide

Over mijn lijk 
Kijk op bnn https://www.bnnvara.nl/overmijnlijk/videos/577877
naar een stuk in een van de uitzendingen waarin de mensen afscheid nemen van dingen die ze niet meer kunnen.
Hoe gaan ze daarmee om?
Hoe worden ze daarin geholpen?

Slide 16 - Tekstslide

Verstoringen in het rouwproces
Als de verschillende fasen worden doorlopen maar er komt geen juiste afsluiting van het proces dan kunnen er complicaties optreden.
Hierbij kan je denken aan bijvoorbeeld een depressie 

Slide 17 - Tekstslide

Ondersteunen bij rouw
 accepteer de emoties en gedragingen van de cliënt en diens naasten, ook al begrijp je sommige emoties of gedragingen niet. 
 Geruststellen en uitleggen dat alle vormen van emotie volkomen normaal zijn en dat ieder rouwt op zijn eigen manier kan ervoor zorgen dat er ruimte komt om met elkaar te praten zonder te oordelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Rouwreacties
Rouw is niet alleen verdriet, maar kan een heel breed scala van reacties omvatten. Een aantal voorbeelden van reacties die veel gezien worden bij rouw:



Slide 19 - Tekstslide

rouwreacties vervolg
emotionele reacties: verdriet, angst (soms gepaard met nachtmerries), schuldgevoelens, schaamte, eenzaamheid, machteloosheid, pessimisme, agressie, opluchting. Ook tevredenheid over een mooi verlopen levenseinde mag een plaats hebben in een rouwreactie. Allerlei emoties die men voorheen niet van zichzelf kende en die soms moeilijk te beschrijven zijn, kunnen opkomen.
Mentale reacties: verwardheid, gedesoriënteerdheid, ambivalentie, gespannenheid, concentratieverlies, hopeloosheid, idealisering van de overledene of identificatie (vereenzelvigen) met de overledene, zelfmoordgedachten, slecht zelfbeeld, dwanggedachten.
Lichamelijke reacties: hoofdpijn, vermoeidheid, slaapproblemen of hyperactiviteit, eetproblemen (extreem veel of extreem weinig eten), seksuele stoornissen of enorm verlangen naar intimiteit met de overleden partner. Een reactie die ook vaak wordt gezien is dat de nabestaande dezelfde klachten gaat vertonen als de overledene in zijn of haar ziekte had.

Slide 20 - Tekstslide

vervolg
Spirituele reacties: vragen naar en twijfel aan de zin van alles, verlies van perspectief om zelf verder te leven, zinloosheid, ernstige eenzaamheid, verlies van levenslust, angst voor de eigen dood.

Gedragsmatige reacties: zich terugtrekken uit het sociale leven, vermijding van situaties of personen waarbij het verdriet extra erg wordt, zoekgedrag (zoeken naar de overledene terwijl men weet dat men deze niet zal vinden), zich nerveus en opgewonden voelen.

Slide 21 - Tekstslide

over mijn lijk voorbereiden op afscheid Patrick
https://www.npostart.nl/BV_101406573

Slide 22 - Tekstslide

rouw bij zorgprofessionals
Aandacht voor rouw bij zorgprofessionals zelf
Rouw bij zorgverleners is een onderwerp waar jarenlang erg weinig aandacht aan is besteed. Het ging immers om het verdriet van naasten. Zorgverleners waren professioneel en hadden als het ware geen recht op hun eigen vorm van rouwreactie. De laatste jaren is er meer aandacht voor rouw bij zorgverleners. Vaak heb je als verpleegkundige in de loop van de tijd een band met de patiënt en de naasten opgebouwd, en dan is het niet meer dan normaal dat het aangrijpend is als deze persoon overlijdt.


Slide 23 - Tekstslide

vervolg
Als er geen aandacht aan de emoties van zorgverleners wordt besteed, kan dat leiden tot overbelasting en op den duur uitval. Er zijn voor zorgverleners risicofactoren bekend die het overlijden van een patiënt extra aangrijpend maken. Het is belangrijk om hiervan op de hoogte te zijn. Er is namelijk een grotere kans dat in zulke gevallen de rouw uitmondt in gecompliceerde rouw. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze risicofactoren zijn:
  • identificatie met de patiënt (hij/zij heeft dezelfde leeftijd, hetzelfde beroep, andere duidelijke overeenkomsten met de zorgverlener zelf);
  • identificatie met een naaste van de patiënt;
  • eigen verlieservaringen in het leven van de zorgverlener;
  • eigen psychische problemen;
  • eigen problemen in sociaal verband (bijvoorbeeld familieproblemen);
  • het gevoel het niet goed te hebben gedaan tijdens de zorg voor de overledene;
  • een erg sterke band met de patiënt of de nabestaanden;
  • een gecompliceerde relatie met patiënt of nabestaanden (boosheid, wantrouwen jegens de zorgverlener).

Slide 25 - Tekstslide

link
https://www.zorgvoorbeter.nl/palliatieve-zorg

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

ontwikkelingsleeftijd

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

EMB
- Het is abstract, geen doodsbesef
- Herkennen vertrouwde personen en kunnen gehecht zijn

Slide 32 - Tekstslide

- Reacties komen pas als het verlies wordt ervaren
Persoon komt niet meer
Ergens anders wonen
Ander dagritme

Slide 33 - Tekstslide

Belangrijk:
Het gemist wordt later ervaren!
Gedragsveranderingen kunnen veel later op gang komen.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

- Nog egocentrisch, middelpunt van de wereld
- Enig inlevingsvermogen
- Kennen wel gevoelens toe, maar kleuren dat nog op eigen wijze
'' erg he, nu kan hij niet komen met kerst''

Slide 36 - Tekstslide

- Rouw reacties komen later! Houd hier rekening mee. 
- Beperkt doodsbesef: beleving nog niet volledig onomkeerbaar

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

- kunnen logisch denken & koppelen aan een concrete voorstelling
- doodsbesef
- rouwproces net als ieder ander, maar impulsiever
( stellen vragen die een ander bijvoorbeeld niet durft te stellen)

Slide 39 - Tekstslide

''Het is de kunst om erachter te komen welke beleving er achter de  schuil gaat!''

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide